Ik had net een telefoontje gehad van de notaris. Het was de dag na de begrafenis van mijn vader, Bram. De stilte die achterbleef voelde vreemd, bijna ongemakkelijk. Ik verwachtte geen verrassingen meer, maar toen kwam het nieuws: ik erf de oldtimer van mijn vader.
De auto waar hij zoveel om gaf. Het enige waar hij echt om gaf, als ik heel eerlijk ben.
De auto was meer zijn kind dan ik ooit ben geweest. Ik kan me niet eens herinneren hoe vaak ik heb geprobeerd om zijn aandacht te krijgen. Voetbalwedstrijden, rapporten, verjaardagen – het maakte allemaal weinig uit.
Mijn vader was altijd in de garage. Hij sleutelde eindeloos aan die oude auto. Het was zijn trots, zijn passie. Het ding glom altijd als nieuw, alsof hij er meer liefde en zorg in stopte dan in zijn eigen gezin. De geur van olie en metaal hing altijd om hem heen. Het was alsof hij daarmee getrouwd was, niet met mijn moeder, niet met ons gezin.
Als kind probeerde ik er nog wel bij te horen. Ik vroeg hem weleens of ik kon helpen in de garage. Hij mompelde dan wat, waarschijnlijk omdat hij wilde dat ik hem met rust liet.
De weinige keren dat ik in die auto mocht zitten, was het met strenge regels. Niet bewegen, niet met je handen aan de ramen zitten, en vooral: geen vragen stellen. Alles draaide om de auto. Ik niet.
Mijn moeder? Die deed alles in huis. Koken, schoonmaken, opvoeden. Mijn vader was er fysiek wel, maar geestelijk totaal afwezig. Het weekend, de tijd waarin andere vaders met hun kinderen iets deden, was voor hem bedoeld om te touren met zijn oldtimer.
Of hij verdween gewoon weer de garage in. Moeder en ik bleven achter met de lege plekken die hij naliet.
En nu, nu is die auto van mij. Het is ironisch, eigenlijk. Alsof hij zijn geliefde bezit in mijn handen dwingt, zelfs na zijn dood. Maar wat moet ik ermee? Waarom zou ik die auto willen, terwijl het ding symbool staat voor alles wat ik nooit van hem kreeg? Aandacht, liefde, betrokkenheid. Hij heeft zijn hele leven meer tijd en energie gestoken in die auto dan in mij.
Ik voel geen vreugde, geen trots. Alleen verwarring. Moet ik de auto houden, uit respect? Wegdoen om eindelijk los te komen van het verleden? Of zit er misschien toch meer betekenis achter? Ik weet het niet.
Wat zouden jullie doen als je een erfenis kreeg die symbool staat voor alles wat je in je leven gemist hebt? Moet ik het houden als herinnering aan wat had kunnen zijn? Of moet ik het verkopen en eindelijk verder gaan zonder zijn schaduw in mijn leven? Ik ben benieuwd naar jullie gedachten.