Teken zijn in heel Nederland te vinden. Je komt ze vooral tegen in gebieden met bomen, struiken, hoog gras of bladeren. Wie in de natuur is geweest, doet er goed aan om zich daarna goed te controleren. Dat geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor huisdieren. Vooral omdat sommige teken een bacterie bij zich dragen die Lyme veroorzaakt. Maar hoe zit dat bij honden en katten? Kunnen zij ook besmet raken, en hoe erg is dat dan?
Het korte antwoord is: ja, ook dieren kunnen Lyme krijgen. Toch is dat meestal minder ernstig dan bij mensen. Huisdieren hebben vaak geen klachten, ook al zijn ze wel besmet geraakt. Dat betekent echter niet dat je het zomaar moet laten gebeuren. Goed controleren en op tijd behandelen blijft belangrijk. Zeker als je regelmatig met je hond wandelt in het bos of je kat graag door de tuin struint.
Dieren hebben vaak geen klachten
Bij dieren komt het regelmatig voor dat er antistoffen tegen Lyme worden gevonden. Dat betekent dat ze in contact zijn geweest met de bacterie. Toch worden ze daar meestal niet echt ziek van. De infectie verloopt vaak zonder duidelijke verschijnselen. In sommige gevallen kunnen dieren wel klachten krijgen, zoals sloomheid, koorts of pijn bij het lopen. Maar dat is zeldzaam. Vaak merk je helemaal niets aan je huisdier, zelfs niet als het een besmette tekenbeet heeft gehad.
Toch is het slim om je huisdier altijd te beschermen. Ook al worden ze meestal niet ziek, je wilt het risico op ziekte zo klein mogelijk maken. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Daarom is het advies om je hond of kat preventief te behandelen en regelmatig te controleren. Want zelfs al is de kans klein, het is niet uitgesloten dat jouw dier wél last krijgt van Lyme.
Dit kun je doen om je dier te beschermen
Je kunt huisdieren op verschillende manieren beschermen tegen teken. Het is verstandig om hier al vroeg in het tekenseizoen mee te beginnen. Dat seizoen loopt ongeveer van maart tot november, maar soms zijn teken ook in de winter nog actief als het zacht weer is.
Er zijn drie hoofdmanieren om je hond of kat te beschermen. Een veelgebruikte optie is een speciale halsband tegen teken. Deze band bevat stoffen die teken afweren en doden. Je doet de band om de nek van je huisdier en laat hem zitten. De werking blijft vaak maandenlang behouden, maar controleer altijd goed tot wanneer hij werkt.
Een andere methode is het gebruik van een pipetje met een anti-tekenmiddel. Dit breng je aan op de huid van je huisdier, meestal tussen de schouderbladen. Het middel verspreidt zich dan over de huid en beschermt je dier tegen tekenbeten. Let goed op dat je de juiste middelen gebruikt. Anti-tekenmiddelen voor honden zijn vaak giftig voor katten. Gebruik ze dus nooit door elkaar.
Een derde mogelijkheid is het geven van tabletjes. Deze medicijnen zorgen ervoor dat teken die zich vastbijten snel doodgaan. Meestal werkt zo’n tablet wel twaalf weken. Vraag altijd even advies bij de dierenarts over welke optie het beste past bij jouw huisdier. Sommige dieren verdragen de ene methode beter dan de andere.
Controleer elke dag, ook bij katten
Naast bescherming blijft het controleren van groot belang. Vooral als je huisdier in de natuur is geweest. Controleer het liefst elke dag. Kijk niet alleen op de rug of de poten, maar controleer ook de moeilijke plekjes. Teken houden van warme, zachte huid, vooral waar de vacht wat dunner is. Denk aan plekken zoals achter de oren, onder de oksels, in de liezen, onder de kin en tussen de tenen.
Doe dit door de vacht voorzichtig opzij te schuiven en de huid goed te bekijken. Soms zijn teken heel klein en lastig te zien, vooral vlak na het bijten. Ze kunnen zo groot zijn als een speldenknopje. Door dagelijks te controleren, verklein je de kans dat een teek zich lang vastbijt.
Vergeet niet dat teken ook bij katten voorkomen, zelfs als ze alleen in de tuin komen. Denk dus niet dat jouw kat veilig is omdat hij niet in het bos loopt. Ook op grasvelden, struiken of in parken kunnen teken zitten. Bescherm dus niet alleen je hond, maar ook je kat goed.
Haal een teek altijd meteen weg
Heb je toch een teek ontdekt bij je hond of kat? Haal hem dan zo snel mogelijk weg. Hoe eerder je dat doet, hoe kleiner de kans op besmetting. Gebruik hiervoor een speciale tekenverwijderaar of een tekenpincet. Deze zijn te koop bij de dierenwinkel of apotheek. Probeer de teek zo dicht mogelijk bij de huid vast te pakken en trek hem er rustig uit. Niet draaien, knijpen of trekken aan het lijf van de teek, want dan kan er een stukje blijven zitten.
Maak daarna de huid schoon met wat ontsmettingsmiddel. Je hoeft daarna meestal niets meer te doen, maar houd de plek de dagen erna wel even in de gaten. Als de huid rood wordt of als je dier ineens ander gedrag vertoont, neem dan contact op met de dierenarts.
Wees alert en blijf goed controleren
Door preventief te behandelen en dagelijks te controleren, houd je de kans op ziektes zoals Lyme klein. En ook al verloopt een besmetting meestal zonder klachten, je wilt je huisdier natuurlijk zo gezond mogelijk houden. Dus pak dat borsteltje, schuif de vacht opzij en geef die vervelende teek geen kans. Je dier zal je er dankbaar voor zijn.
Bron: RTL Nieuws