Studenten ervaren financiële druk door hogere kosten voor hun opleiding. Radar sprak met Arman en Jip*, die uitlegden hoe deze kostenstijgingen hen beïnvloeden.
Radar meldde recent de toename van het collegegeld en het stopzetten van de koopkrachtcompensatie voor studenten die niet meer thuis wonen.
Collegegeld neemt toe
Volgend jaar moeten studenten 2.530 euro betalen voor hun collegegeld. Arman, een student Bestuurskunde in Leiden, die eerder al een HBO-propedeuse behaalde, studeert al vijf jaar. Voor hem is studeren steeds prijziger geworden.
“Ik heb altijd naast mijn studie gewerkt, vaak zelfs meerdere baantjes tegelijk. Op een punt had ik zelfs vijf baantjes.” Op deze manier heeft Arman kunnen voorkomen dat hij nu een studieschuld heeft.
Jip, die in Nijmegen studeert, kon niet zoveel werken als Arman. “Ik werkte een tijdje naast mijn studie, gaf bijlessen. Maar nu werk ik niet meer omdat ik ziek ben geworden en het advies kreeg om het rustig aan te doen voor mijn gezondheid.”
Vanwege de stijgende studiekosten en inflatie is Jip echter weer op zoek naar een bijbaan. “Ik moet mijn gezondheid minder prioriteit geven om financieel rond te komen.”
De invloed van inflatie
Een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap legt uit dat de stijging van het collegegeld te wijten is aan inflatie. De koopkrachtcompensatie, een extra toelage voor uitwonende studenten ter compensatie van de inflatie, wordt echter ook komend studiejaar niet voortgezet.
Arman vindt deze beslissing onbegrijpelijk. “Het is absurd. Tijdens de recente Tweede Kamerverkiezingen was bestaanszekerheid een groot thema.
Je zou verwachten dat studenten ook ondersteuning zouden krijgen, maar in plaats daarvan worden de kosten voor ons juist hoger. We worden niet ondersteund en ik voel me genegeerd.”
“Elk jaar wordt het collegegeld hoger, dat op zich is niet zo’n probleem. Maar de mate waarin het stijgt, vind ik te veel,” zegt Jip. “Het is voor mij momenteel onmogelijk om mijn studie te volgen en te voltooien zonder een studieschuld op te bouwen,” voegt ze toe.
Wij zijn de bezuinigingen
Jip kan niet begrijpen waarom studenten ondanks de hoge inflatie geen compensatie meer krijgen. “Ik vind het belachelijk,” zegt ze. “De inflatie blijft hoog.
Ik ben geen type dat uitgaat of op vakantie gaat. Nu moet ik besparen op mijn basisbehoeften; ik zal minder fruit en groenten kopen. Hoewel ik blij ben met de basisbeurs, veroorzaakt het ook stress. Ik ben er afhankelijk van.”
Voor Arman verandert er minder omdat hij langer dan vier jaar studeert en volgend jaar geen basisbeurs meer ontvangt. Maar ook hij vindt het problematisch dat er geen compensatie meer is voor de inflatie voor zijn medestudenten. “Er is besloten te bezuinigen op het hoger onderwijs. Blijkbaar zijn die bezuinigingen wij, de studenten,” zegt hij.
*Jip is een gefingeerde naam voor deze student.
Bron: Radar