Nederlandse gemeenten verwachten dit jaar opnieuw fors meer belastinginkomsten. Bewoners en bezoekers dragen gezamenlijk naar schatting 14,5 miljard euro bij aan gemeentelijke heffingen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit bedrag is ongeveer 8 procent hoger dan in 2024, een stijging die ruim twee keer zo hoog is als de inflatie.
De inkomsten komen onder meer uit de onroerendezaakbelasting (ozb), afvalstoffenheffing, parkeergelden en toeristenbelasting. Hoewel de verwachtingen hoog zijn, moet later dit jaar blijken of deze bedragen ook daadwerkelijk worden geïnd. Onderzoek van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lagere Overheden (COELO) en Vereniging Eigen Huis wijst er vaak op dat de uiteindelijke rekening voor burgers nog hoger uitvalt dan begroot.
Onroerendezaakbelasting
De ozb, afvalstoffenheffing, rioolheffing en parkeergelden vormen samen de grootste inkomstenbronnen voor gemeenten. Ruim 80 procent van de totale belastinginkomsten komt uit deze vier posten. Vooral de ozb-opbrengsten stijgen dit jaar fors. Gemeenten verwachten bijna 9 procent meer ozb-belasting op te halen dan vorig jaar. Dit is opvallend, omdat 2024 al een uitzonderlijk jaar was met de grootste stijging sinds 2007.
Niet alle gemeenten verhogen de ozb in dezelfde mate. In Amsterdam stijgt de opbrengst met 32 procent, een flinke sprong ten opzichte van andere grote steden. Utrecht volgt met een stijging van 19 procent, terwijl Rotterdam en Den Haag een gematigder stijging laten zien. De forse toename in Amsterdam is direct te wijten aan de verhoging van de ozb-tarieven.
Parkeertarieven blijven stijgen
Naast de ozb levert ook betaald parkeren gemeenten steeds meer geld op. Vooral Amsterdam profiteert hiervan: de hoofdstad verwacht dit jaar 42 miljoen euro extra aan parkeergelden binnen te halen. Al in 2020 werd Amsterdam aangemerkt als de duurste stad ter wereld om te parkeren, en die trend zet zich onverminderd voort. Andere gemeenten zoals Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Arnhem en Breda volgen op enige afstand, maar ook daar stijgen de parkeertarieven gestaag.
Volgens het CBS is de stijging van de parkeergelden vooral te danken aan twee factoren: hogere tarieven en de uitbreiding van betaald parkeren naar steeds meer gebieden. Waar voorheen vooral stadscentra en drukke wijken parkeervergunningen en betaalzones kenden, breiden gemeenten deze regelingen nu ook verder uit naar buitenwijken en randgemeenten.
Bestemming van de extra inkomsten
Niet alle gemeentelijke inkomsten mogen vrij worden besteed. De ozb en parkeergelden vallen onder de zogenoemde algemene middelen, wat betekent dat gemeenten zelf bepalen hoe ze dit geld inzetten. De opbrengsten uit de afvalstoffen- en rioolheffing zijn echter gebonden aan specifieke uitgaven. Dit geld moet worden gebruikt voor de afvalverwerking en het beheer van het rioolstelsel.
Met de stijgende belastinginkomsten rijst de vraag hoe gemeenten deze extra middelen gaan inzetten. Worden ze gebruikt voor het verbeteren van de infrastructuur, het bouwen van betaalbare woningen, of verdwijnen ze grotendeels in de algemene begroting? Dit blijft een onderwerp van discussie en transparantie is hierbij cruciaal.
Bron