Zindelijk worden is een proces dat bij ieder kind anders verloopt. Sommige kinderen leren het snel, terwijl anderen er langer over doen. Maar op welke leeftijd zijn de meeste kinderen zindelijk? En wanneer kan het een probleem worden als dat nog niet is gelukt? Hieronder lees je alles wat je moet weten over zindelijkheid en wat je kind moet kunnen voordat het naar de basisschool gaat.
Wat betekent zindelijk zijn?
Zindelijkheid betekent dat een kind controle heeft over zijn blaas en darmen. Het houdt in dat het niet meer in een luier plast of poept, maar op het potje of de wc gaat. Een zindelijk kind herkent het verschil tussen aandrang en daadwerkelijk plassen of poepen. Dit is een belangrijke stap in de ontwikkeling en geeft een gevoel van zelfstandigheid.
Op welke leeftijd worden kinderen gemiddeld zindelijk?
De gemiddelde leeftijd waarop kinderen overdag zindelijk worden, is in de afgelopen decennia opgeschoven. In de jaren vijftig waren veel kinderen rond 1,5 jaar al zindelijk. Tegenwoordig gebeurt dit meestal tussen de 2,5 en 3 jaar. ’s Nachts droog blijven duurt vaak iets langer, gemiddeld tussen de 3 en 4 jaar.
Waarom deze leeftijdsgrens is verschoven, is niet precies bekend. Sommigen denken dat het komt doordat ouders minder tijd hebben voor zindelijkheidstraining. Anderen wijzen op de moderne luiers, die beter absorberen en waardoor kinderen minder snel ongemak voelen. In veel niet-westerse landen worden kinderen overigens een stuk eerder zindelijk, vaak rond de 1,5 jaar.
Zindelijkheid en de basisschool
In Nederland wordt verwacht dat een kind zindelijk is wanneer het naar de basisschool gaat. Vanaf 4 jaar mogen scholen kinderen weigeren als ze nog luiers dragen, omdat leerkrachten geen luiers verschonen. Naast zindelijkheid zijn er nog een paar andere vaardigheden die handig zijn voor de start in groep 1.
-
Zelf aan- en uitkleden
Tijdens gymles moet je kind zelf zijn gymkleding aan- en uittrekken. Oefen dit thuis een paar keer, zodat het op school makkelijker gaat. Geef makkelijke kleding zonder lastige knopen of ritsen. Veters strikken hoeft nog niet, klittenband- of instapschoenen zijn een prima oplossing. -
Jas en laarzen aantrekken
Kleuters spelen vaak buiten en moeten soms zelf hun jas en laarzen aantrekken. Dit is vooral handig bij regen of een bezoek aan de schooltuin. Oefen thuis hoe je kind dit zelf kan doen. -
Leren knippen en prikken
Op school wordt veel geknutseld, zoals knippen, plakken en prikken. Je kind hoeft nog geen perfecte figuren te knippen, maar het is handig als het een schaar en prikker kan gebruiken. Oefen dit thuis door hem snippers te laten knippen of in papier te prikken. -
Broodtrommel en drinkbeker openen
Tijdens de pauze moeten kinderen zelf hun eten en drinken kunnen openen. Laat je kind thuis oefenen met de broodtrommel en drinkbeker, zodat het op school geen probleem is. Zet ook zijn naam op de spullen en zorg dat hij zijn eigen naam kan herkennen.
Zindelijkheid en zelfstandigheid gaan hand in hand. Door je kind goed voor te bereiden, verloopt de overgang naar de basisschool een stuk soepeler!
Bron: Ouders van Nu