Het griepseizoen lijkt dit jaar vroeger te beginnen dan veel mensen gewend zijn. Terwijl iedereen nog bezig is met de voorbereidingen voor Sinterklaas en kerst, melden internationale gezondheidsorganisaties al een duidelijke toename van griepgevallen. Vooral in het Verenigd Koninkrijk stijgt het aantal besmettingen sneller dan verwacht. Dat zorgt bij deskundigen voor onrust, omdat het patroon afwijkt van eerdere jaren.

Ook in Nederland ziet het RIVM de eerste signalen verschijnen. De systemen die het begin van het griepseizoen in de gaten houden, reageren eerder dan normaal. Volgens experts past dit niet bij het ritme dat we de afgelopen jaren hebben gezien. De verschuiving roept vragen op over de oorzaak en de mogelijke gevolgen voor de komende maanden.
Wat vooral opvalt, is dat de vroege stijging samenvalt met de opkomst van een nieuwe griepvariant. Deze variant wordt de k-variant genoemd en is onderwerp van veel onderzoek. Wetenschappers volgen de ontwikkelingen nauwkeurig, omdat nog niet duidelijk is wat de impact is op bestaande vaccins. De combinatie van een vroege start en een nieuwe variant zorgt voor extra alertheid.
Een patroon dat anders verloopt dan andere jaren
In een normaal jaar bereikt de griep pas in januari zijn hoogste punt. Dat gebeurt vaak na de drukke feestdagenperiode. Dit jaar ziet de situatie er anders uit. In verschillende delen van West- en Zuid-Europa stijgt het aantal griepgevallen al vanaf november. Dat geeft virologen een vroeg signaal dat Nederland mogelijk snel volgt.
Adam Meijer van het RIVM benadrukt dat een vervroegde piek drie tot vier weken eerder kan vallen dan gebruikelijk. Volgens hem komt dit niet vaak voor. Een vroege golf kan extra druk zetten op ziekenhuizen, huisartsen en andere zorgverleners. Veel zorginstellingen houden daarom rekening met een drukkere periode, vooral wanneer andere wintervirussen ook rondgaan.

De verspreiding gaat tot nu toe sneller dan in eerdere jaren. Virologen proberen te achterhalen welke factoren dit versnellen. Ook kijken ze naar de rol van gedrag rondom feestdagen, kouder weer en veranderingen in groepsimmuniteit. De situatie vraagt volgens deskundigen om een actieve aanpak, omdat het verloop nog onvoorspelbaar is.
De k-variant zorgt voor extra aandacht
De komst van de k-variant maakt dit griepseizoen complexer. Deze variant dook eerst buiten Nederland op, maar wordt nu ook hier steeds vaker gevonden. Laboratoriumonderzoek laat zien dat de huidige griepprik minder goed werkt tegen deze variant. Dat blijkt uit testen waarbij antistoffen in fretten worden gebruikt om de bescherming te beoordelen.
Toch betekent dit volgens Britse onderzoekers niet dat mensen helemaal onbeschermd zijn. Het menselijke immuunsysteem heeft namelijk door eerdere griepinfecties een basisweerstand die blijft helpen. Deze weerstand kan klachten verminderen en voorkomt dat veel mensen ineens ernstig ziek worden.
De k-variant is een afgeleide van het bekende H3N2-virus. Dat virus treft vooral oudere mensen en andere kwetsbare groepen, die vaker ernstige klachten ontwikkelen. De symptomen lijken op die van eerdere varianten, maar mensen met een zwakke gezondheid kunnen er sneller last van krijgen. Dat vergroot de kans op ziekenhuisopnames en andere complicaties.
Het is nog niet duidelijk of juist deze variant verantwoordelijk is voor de vroege stijging. Volgens het RIVM gedragen griepvirussen zich vaak onvoorspelbaar. Soms lijkt een variant in het begin krachtig, terwijl de uiteindelijke golf meevalt. Wetenschappers benadrukken daarom dat het belangrijk is om ontwikkelingen te blijven volgen. De huidige verspreiding gaat wel snel genoeg om rekening te houden met een vroeg begin van de griepgolf.
Advies om te blijven vaccineren
Ondanks de onzekerheden geeft het RIVM hetzelfde advies als andere jaren: mensen in risicogroepen doen er goed aan de griepprik te halen. Ouderen, mensen met een minder sterk immuunsysteem en mensen met chronische aandoeningen hebben bij griep vaker last van complicaties. Voor hen kan zelfs een gedeeltelijke bescherming een groot verschil maken.
De werking van het vaccin ligt dit jaar naar schatting tussen de 30 en 40 procent. Dat lijkt misschien weinig, maar volgens deskundigen kan het alsnog veel ziekenhuisopnames voorkomen. Elk stukje immuniteit draagt bij aan een minder zware golf. Meijer benadrukt dat de bescherming nooit nul is, ook niet bij nieuwe varianten. Het vaccin kan klachten verminderen en de verspreiding vertragen.
In een jaar waarin de griep eerder begint, kan die ondersteuning belangrijker zijn dan normaal. Minder ernstige klachten betekenen minder druk op de zorg. Zorgorganisaties hopen dat voldoende mensen zich laten vaccineren om de impact van het seizoen te beperken. Ook mensen die niet in een risicogroep vallen, kunnen baat hebben bij vaccinatie, omdat ze minder snel anderen besmetten.
Wat we de komende tijd kunnen verwachten
De komende weken staan vooral in het teken van onderzoek en nauwkeurige monitoring. Gezondheidsinstanties kijken welke varianten het meest voorkomen en hoe snel het aantal besmettingen stijgt. De verspreiding van de k-variant speelt daarbij een belangrijke rol. Die variant kan bepalen hoe zwaar het seizoen uiteindelijk wordt.
Experts verwachten dat Nederland binnen korte tijd hogere aantallen griepgevallen ziet. Hoe dit verder uitpakt, hangt af van verschillende factoren. Denk aan de snelheid van verspreiding, de immuniteit van de bevolking en de vraag of de k-variant dominant wordt. Ook weersomstandigheden kunnen nog invloed hebben.
Het griepseizoen van 2025 lijkt dus anders te verlopen dan de meeste mensen gewend zijn. Een vroege start zorgt voor extra onzekerheid en vraagt om alertheid. De grote vraag is of de k-variant leidt tot een bijzonder vroege en zware golf, of dat de impact uiteindelijk meevalt. Veel mensen volgen het nieuws nauwlettend en delen hun ervaringen om elkaar te helpen.
Bron: Menszine


