Ik weet dat het misschien niet helemaal netjes is, maar soms neem ik expres niet op als mijn man belt. Niet omdat ik niet van hem hou of omdat ik hem niet belangrijk vind. Maar soms heb ik gewoon even geen zin.
“Ik heb soms gewoon even geen zin in hem. Ik zie hem over een paar uur weer.”
De gesprekken gaan meestal nergens over. Hij belt om te vragen wat we eten, hoe laat ik thuis ben, of gewoon om even te praten. Op zulke momenten denk ik: waarom nu? We kunnen dit toch ook bespreken als hij straks thuis is? Het voelt overbodig en soms zelfs een beetje irritant. Als ik in een flow zit met mijn werk of gewoon even mijn eigen ding doe, wil ik dat niet onderbreken.
“Als het echt dringend is, belt het nog wel een keer.”
En dat gebeurt bijna nooit. Als ik niet opneem, belt hij hooguit één keer extra. Vaak laat hij het daarna gaan en stuurt hij misschien een appje. Dat geeft mij de ademruimte die ik soms zo hard nodig heb. Het voelt niet alsof ik hem negeer, meer alsof ik even mijn eigen ruimte bescherm. Ik weet dat ik hem straks toch weer zie, en dan kunnen we alles bespreken.
Het gaat me ook niet om hem persoonlijk, maar meer om de constante beschikbaarheid die tegenwoordig van je wordt verwacht. Het idee dat je altijd moet reageren, altijd bereikbaar moet zijn – dat werkt soms benauwend. In een wereld waarin iedereen alles meteen wil, wil ik soms even niks.
Natuurlijk vraag ik me weleens af of hij het doorheeft. Misschien merkt hij dat ik soms bewust niet opneem, maar hij heeft er nooit iets over gezegd. Ik hoop dat hij het niet verkeerd opvat. Voor mij is dit een manier om balans te vinden in onze relatie. Door af en toe mijn ruimte te nemen, zorg ik ervoor dat ik meer kan geven als we samen zijn.
Als hij straks thuiskomt, zullen we gewoon weer praten. Over onze dag, over de plannen voor het weekend, of gewoon over niks bijzonders. Maar tot die tijd, als de telefoon gaat en ik zijn naam zie, kan het best dat ik besluit even niet op te nemen. Soms is dat precies wat ik nodig heb.