Je vraagt je misschien af hoe jouw spaargeld zich verhoudt tot dat van andere mensen van jouw leeftijd. Zit je meer bovenaan of juist onderaan? Nieuwe cijfers laten zien dat er grote verschillen bestaan. Sommige bedragen zijn opvallend hoog, terwijl andere juist veel lager zijn dan je denkt. Dit laat zien dat sparen voor iedereen anders kan uitpakken.
Nederland staat bekend als een land van spaarders. Veel mensen zetten geld opzij, maar hoeveel dat precies is, verschilt sterk per leeftijdsgroep. Vooral bij vijftigplussers zie je grote variatie in hoeveel geld op de bank staat. Leeftijd en inkomen spelen daarbij een belangrijke rol.
Nederland heeft samen veel spaargeld
In Nederland groeit het totale spaargeld van huishoudens nog steeds. Aan het einde van 2024 stond er bijna 487 miljard euro op spaarrekeningen. Dat is een enorm bedrag waar bijna niemand omheen kan. Maar dat geld is niet gelijk verdeeld over alle mensen of alle leeftijden.
Kijk je naar hoeveel mensen in verschillende leeftijdsgroepen gemiddeld sparen, dan valt een patroon op. Oudere mensen hebben gemiddeld meer spaargeld dan jongeren. Dat komt omdat ze vaak langer hebben gewerkt en meer tijd hebben gehad om te sparen. Maar de spreiding is groot. Binnen dezelfde leeftijdsgroep kan het spaargeld heel verschillend zijn.
Hoeveel sparen vijftigplussers gemiddeld hebben
Bij vijftigplussers ligt het gemiddelde spaargeld hoger dan bij jongere mensen. Gemiddeld hebben vijftigplussers ongeveer 65.000 euro op hun spaarrekening staan. Dat klinkt op het eerste gezicht veel, maar er zit een belangrijke kanttekening aan.
Het gemiddelde wordt namelijk beïnvloed door een kleine groep mensen met heel veel spaargeld. Als je kijkt naar de mediaan, zie je een realistischer beeld van wat de meeste vijftigplussers echt hebben. De mediaan ligt rond de 28.000 euro. Dat betekent dat de helft van de vijftigplussers minder dan dit bedrag heeft en de andere helft meer.
Het verschil tussen gemiddelde en mediaan laat zien dat het spaargeld niet gelijk verdeeld is. Een relatief kleine groep mensen met veel geld trekt het gemiddelde omhoog. De meeste mensen zitten daarom dichter bij dat lagere getal.
Hoe je inkomen invloed heeft
Leeftijd is niet de enige factor die bepaalt hoeveel je spaart. Je inkomsten spelen minstens zo’n grote rol. Mensen die in loondienst werken hebben andere spaarbedragen dan zelfstandigen of gepensioneerden. Dat komt doordat het inkomen en de financiële verplichtingen per groep verschillen.
Werknemers in loondienst hebben gemiddeld zo’n 49.800 euro aan spaargeld. Maar ook hier ligt de mediaan een stuk lager, rond de 21.000 euro. Dat betekent dat veel mensen in loondienst een relatief kleine spaarbuffer hebben, terwijl een kleinere groep veel meer heeft gespaard.
Zelfstandig ondernemers zitten gemiddeld iets hoger dan mensen in loondienst. Hun gemiddelde spaargeld komt uit op ongeveer 54.600 euro, met een mediaan van 22.400 euro. Dat laat zien dat ook bij ondernemers de verdeling ongelijk is.
Gepensioneerden vormen de groep met de grootste variatie in spaargeld. Sommige gepensioneerden hebben een forse buffer, terwijl anderen juist weinig hebben kunnen sparen. Dit verschil hangt vaak samen met het inkomen tijdens hun werkzame leven, de woningwaarde, en andere financiële keuzes.
Waarom sparen altijd verstandig blijft
Je ziet dus dat er grote verschillen zijn in spaargeld tussen mensen en tussen groepen. Toch blijft één ding zeker: een financiële buffer geeft rust. Onverwachte kosten, reparaties, zorgkosten of plotseling verlies van inkomen kunnen grote impact hebben op je leven als je niets achter de hand hebt.
Veel financiële experts adviseren om ongeveer tien procent van je inkomen te sparen. Dat klinkt misschien veel, maar het kan helpen om stap voor stap een buffer op te bouwen. Hoe eerder je begint, hoe groter die spaarpot kan worden. Met een buffer sta je sterker, vooral in tijden waarin je het niet verwacht.
Sparen geeft niet alleen rust voor nu, maar ook voor later. Denk aan pensioen, zorgkosten of grote uitgaven. Door regelmatig opzij te zetten wat je kunt missen, werk je aan een stabielere financiële toekomst. Het bedrag dat jij nu hebt, zegt dus niet alles. Wat vooral telt, is hoe je vermogen groeit over de jaren.
Samenvattend wat cijfers laten zien
Spaargeld verschilt sterk per leeftijd en per inkomen. Vijftigplussers hebben gemiddeld meer spaargeld dan jongeren, maar het echte midden ligt veel lager dan het gemiddelde. Dat komt door een kleine groep met hoge bedragen.
Inkomen speelt ook een rol. Mensen in loondienst, zelfstandigen en gepensioneerden sparen verschillend, en de spreiding is groot binnen elke groep. Dit laat zien dat sparen niet voor iedereen vanzelfsprekend is.
Een financiële buffer blijft belangrijk, ongeacht je leeftijd of werk. Met een reserve in de rug kun je beter omgaan met onverwachte situaties. Begin met sparen waar je kunt, en bouw langzaam aan je toekomst. Het gaat niet om het hoogste bedrag, maar om het gevoel van zekerheid dat het je geeft.
Bron: Libelle
