Als je bekkenbodemspieren verzwakt zijn, bijvoorbeeld door de overgang of een bevalling, kun je verschillende ongemakken ervaren. Het wordt moeilijker om je plas op te houden en er kunnen ook seksuele problemen optreden. Een zwakkere bekkenbodemspier kan ook zorgen voor een verzakking van de baarmoeder, blaas en/of darmen. Dit kan vervelende gevolgen hebben voor je dagelijkse leven en gezondheid. In dit artikel zetten we de symptomen van een verzakking op een rijtje en delen we tips om hiermee om te gaan.
Wat is een verzakking?
Bij een verzakking zitten één of meerdere organen niet meer op hun plaats. Je blaas, baarmoeder en/of darmen kunnen verschuiven, wat allerlei problemen veroorzaakt. Zo kunnen deze organen zelf ook minder goed functioneren. Dit kan klachten met poepen, plassen en vrijen veroorzaken. Een verzwakte bekkenbodem is een belangrijke oorzaak van een verzakking. Dit is het geheel van spieren en bindweefsel onderin je buik, dat je baarmoeder, blaas en darmen op hun plaats houdt. Als deze spieren en banden beschadigd raken of verzwakken, kunnen je organen gaan zakken.
Ongeveer een kwart van de vrouwen krijgt te maken met een verzakking, vooral na de overgang. Ook een bevalling, overgewicht, veel hoesten, vaak hard persen bij het poepen en het ouder worden kunnen de kans op een verzakking vergroten. Als je moeder of zus ook een verzakking heeft (gehad), is het risico groter. Een verzakking op zichzelf kan geen kwaad, maar kan wel pijn en ongemak veroorzaken.
Symptomen van een verzakking
Een verzakking kan klachten geven, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. De symptomen kunnen variëren, afhankelijk van welke organen zijn verzakt. Hieronder bespreken we de symptomen per soort verzakking:
Baarmoederverzakking:
- Een bobbel in de schede of een balletje uit de schede voelen.
- Een zwaar gevoel in de vagina, alsof er iets naar buiten komt.
- Zeurende pijn in benen, liezen, rug of onderbuik.
- Moeite met zitten, fietsen en/of wandelen.
- Problemen met plassen of poepen.
- Een ander gevoel bij vrijen.
- Terugkerende blaasontstekingen.
Verzakking van de blaas:
- Een bobbel of balletje uit de schede voelen.
- Urineverlies.
- Vaak moeten plassen.
- Moeite met goed leegplassen van de blaas en plassen met een zwakkere of sproeiende straal.
- Meer kans op blaasontstekingen.
- Een zwaar gevoel in het bekken of vagina.
Verzakking van de darm:
- Een bobbel of balletje uit de schede voelen.
- Moeite met het legen van de darm, voelen dat de darm niet leeg is na het poepen.
- Verstopping of juist moeite met het ophouden van poep.
- Een ander gevoel bij vrijen.
- Moeite met het voelen van het verschil tussen een windje en poep.
- Het kan zijn dat de klachten gedurende de dag toenemen, vooral bij zwaar tillen of lang lopen, vanwege de extra druk op de bekkenbodem. Rust kan verlichting bieden. Het is mogelijk om een verzakking te hebben zonder klachten.
Als je vermoedt dat je een verzakking hebt, is het belangrijk om contact op te nemen met een arts. Deze kan onderzoek doen om de verzakking vast te stellen. Het kan gaan om een gynaecologisch onderzoek, inwendig (vaginaal) onderzoek of echoscopisch onderzoek naar de baarmoeder en eierstokken.
Behandeling van een verzakking
Afhankelijk van het type verzakking, de ernst van de klachten en je persoonlijke voorkeuren, zal een geschikte behandeling worden gekozen. In sommige gevallen kan een verandering in levensstijl, zoals afvallen of stoppen met roken, helpen om de druk op de bekkenbodem te verminderen.
Fysiotherapie kan worden aanbevolen om de spieren rondom het bekken te versterken. Een vaginale ring (pessarium) kan worden gebruikt om een verzakte blaas of baarmoeder op de juiste plaats te houden. Deze ring blijft in de vagina zitten en is niet voelbaar.
Bij een verzakking van de blaas of darmen kan de vaginawand worden versterkt met weefsel uit je eigen lichaam. Bij een baarmoederverzakking kan de baarmoeder aan een stevige band in het bekken worden bevestigd. In sommige gevallen kan de baarmoeder worden verwijderd. Als de verzakking blijft terugkeren, kan een operatie met kunststofmateriaal worden overwogen.
Het is belangrijk om na een behandeling de druk op je bekkenbodem te verminderen, ongeacht de gekozen behandeling. Het is ook mogelijk om een andere behandeling te proberen als de eerste niet het gewenste resultaat oplevert. Er is geen ’te laat’ voor behandeling, en de kans dat een behandeling helpt blijft hetzelfde. Blijf open communiceren met je arts en bespreek je zorgen en wensen, zodat samen de beste aanpak kan worden gekozen.
Bron: Margriet