Als je aan iemand vraagt wat een basisschoolleraar verdient, krijg je vaak vage antwoorden. Iets met een bescheiden loon, veel vakanties en een roeping. Maar klopt dat beeld eigenlijk wel? Leraren in het basisonderwijs zijn verantwoordelijk voor de basis van de ontwikkeling van kinderen. Ze begeleiden ze in lezen, rekenen, sociale vaardigheden en zelfvertrouwen. Je zou denken dat daar een passend salaris tegenover staat. Toch weten veel mensen niet precies hoeveel basisschoolleraren verdienen, laat staan of er verschil zit in het salaris tussen iemand die lesgeeft aan kleuters of aan een bovenbouwklas.
In de tekst hieronde kijken we naar de loonschalen, de doorgroeimogelijkheden en of het uitmaakt aan welke groep je lesgeeft. Want dat laatste is een veelgehoorde vraag: verdient een meester of juf in groep 8 meer dan iemand in groep 3?
Hoe werkt het salaris van een leraar?
In het basisonderwijs zijn de salarissen vastgelegd in de cao primair onderwijs. Elke leraar wordt ingedeeld in een schaal, afhankelijk van zijn of haar opleiding, ervaring en eventuele extra taken. De meeste leraren beginnen in schaal L10. Die schaal kent een opbouw van treden: hoe langer je werkt, hoe verder je doorgroeit in de schaal. Je begint dus lager en stijgt jaarlijks in salaris, tot je de hoogste trede binnen je schaal hebt bereikt.
In 2025 verdient een startende leerkracht in schaal L10 ongeveer 3.300 euro bruto per maand, bij een fulltime dienstverband van 40 uur per week. Dat bedrag kan met de jaren oplopen tot zo’n 5.030 euro bruto. Hoeveel je netto overhoudt hangt af van je persoonlijke situatie, maar in de praktijk komt dit neer op een nettobedrag tussen de 2.300 en 3.300 euro per maand.
Er zijn ook hogere schalen, zoals L11 en L12. Leraren in schaal L11 hebben vaak extra verantwoordelijkheden, zoals het begeleiden van stagiairs of het schrijven van schoolbeleid. L12 is weggelegd voor leraren met een bijzondere rol binnen de school, bijvoorbeeld als specialist of coach. Daar liggen de salarissen nog iets hoger: het eindsalaris in L12 zit rond de 5.800 euro bruto per maand. Toch zijn deze schalen niet voor iedereen vanzelfsprekend bereikbaar. Je moet er vaak actief voor solliciteren of aanvullende taken op je nemen.
Maakt de groep waarin je lesgeeft uit?
Een misverstand dat vaak de ronde doet, is dat een leraar in de bovenbouw meer verdient dan iemand die voor de klas staat in de onderbouw. Het klinkt logisch: oudere kinderen vragen misschien meer inhoudelijke uitdaging, en in groep 8 komen de eindtoetsen en de schooladviezen erbij kijken. Toch bepaalt de groep waarin je lesgeeft je salaris niet.
Of je nu lesgeeft aan groep 1 of aan groep 8, het loon is hetzelfde zolang je in dezelfde schaal en trede zit. Dat komt omdat het werk officieel als gelijkwaardig wordt gezien. Wel verschilt de inhoud van het werk natuurlijk. Kleuters begeleiden in hun eerste stappen op school is anders dan pubers voorbereiden op de middelbare school, maar de mate van verantwoordelijkheid wordt in het salaris niet anders gewaardeerd.
Soms komt er wel een extra vergoeding bij kijken als je specifieke taken uitvoert. Denk aan het coördineren van de eindmusical, het organiseren van ouderavonden of het begeleiden van nieuwe collega’s. Maar dat zijn losse toeslagen en geen structureel onderdeel van het basissalaris.
Hoe zit het met werktijd en vakanties?
Een veelbesproken punt is het aantal vakantiedagen van een leraar. Het lijkt misschien alsof leraren ruim drie maanden per jaar vrij zijn, maar dat is niet helemaal correct. Ja, ze hebben ongeveer twaalf weken schoolvakantie per jaar. Maar in de praktijk gebruiken veel leraren die tijd om te vergaderen, lessen voor te bereiden, toetsen na te kijken of zich bij te scholen. De werkdruk in het onderwijs is hoog, en veel werkzaamheden gebeuren buiten lestijd. Ook ’s avonds of in het weekend wordt er regelmatig gewerkt.
Een fulltime aanstelling in het basisonderwijs betekent in principe 40 uur per week, waarvan ongeveer 24 uur voor de klas staat. De overige uren gaan op aan administratie, overleg, oudergesprekken en voorbereiding. In werkelijkheid werken veel leraren meer dan die 40 uur, zeker in drukke periodes.
En in de praktijk?
Laten we een paar voorbeelden nemen. Stel je voor: juf Noor, 27 jaar, is net afgestudeerd en begint met werken in groep 3. Ze werkt vier dagen per week en zit in de eerste trede van schaal L10. Haar bruto maandinkomen ligt dan rond de 2.640 euro. Daar blijft netto ongeveer 1.950 euro van over. Na vijf jaar ervaring, en een stapje verder in haar schaal, zit ze al rond de 3.900 euro bruto (fulltime), oftewel ongeveer 2.800 euro netto bij vier dagen werken.
Aan de andere kant heb je meester Daan, 45 jaar, die lesgeeft aan groep 8. Hij werkt fulltime, begeleidt stagiairs en is bouwcoördinator voor de bovenbouw. Hij zit in schaal L11, trede 9. Zijn bruto maandloon ligt rond de 5.200 euro. Netto komt dat neer op zo’n 3.350 euro per maand. Ondanks zijn extra taken verdient hij dit niet puur vanwege het lesgeven in groep 8, maar omdat hij taken erbij heeft en verder is in zijn carrière.
Wat zeggen leraren zelf?
Veel leraren zijn tevreden met hun salaris, zeker na recente loonstijgingen in de sector. Maar de werkdruk en verwachtingen blijven een punt van zorg. Ze geven aan dat het beroep veel van hen vraagt: emotioneel, fysiek en mentaal. Het gaat om meer dan alleen lesgeven; je bent ook coach, vertrouwenspersoon, organisator en soms bijna maatschappelijk werker. Voor dat totaalplaatje zouden sommige leraren graag meer waardering zien – niet alleen in woorden, maar ook in het loonstrookje.
Toch kiezen de meeste leraren bewust voor dit vak, ondanks de uitdagingen. Ze zien dagelijks de groei van hun leerlingen en voelen dat ze echt iets betekenen. En hoewel het salaris in het verleden vaak werd gezien als een zwak punt van het beroep, is dat beeld inmiddels flink bijgesteld. Een leraar in het basisonderwijs verdient tegenwoordig een prima inkomen, zeker als je kijkt naar de maatschappelijke impact van het werk.
Samenvattend
De salarissen in het basisonderwijs zijn de afgelopen jaren verbeterd en bieden voor veel mensen een goede basis om van te leven. Of je nu voor groep 1 of groep 8 staat, je loon wordt bepaald door je schaal en ervaring, niet door de leeftijd van je leerlingen. Extra taken kunnen wel leiden tot toeslagen, maar het verschil tussen de onderbouw en bovenbouw is in de praktijk vooral inhoudelijk, niet financieel.
Dus als je de volgende keer hoort dat iemand “maar juf of meester” is, weet je dat daar een serieuze professional achter zit, met een salaris dat bij die verantwoordelijkheid past. Misschien niet riant, maar zeker niet onderbetaald – en bovenal: onmisbaar.