Het nieuws dat in Nederland enkele katten zijn overleden aan vogelgriep, heeft veel huisdiereigenaren bezorgd gemaakt. Waar vogelgriep eerder vooral een probleem leek voor pluimveehouders en wilde vogels, is het virus nu dichterbij gekomen. Veel baasjes vragen zich af of hun hond of kat gevaar loopt en wat ze zelf kunnen doen om besmetting te voorkomen.

Katten besmet met vogelgriep
Minister Wiersma van Landbouw bevestigde onlangs dat bij een aantal Nederlandse katten vogelgriep is vastgesteld. Virologen reageerden niet verrast en gaven aan dat het te verwachten was. Toch is paniek volgens deskundigen niet nodig. Wie weet waar hij op moet letten, kan het risico voor zijn huisdier klein houden. Volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) kunnen zoogdieren, waaronder honden en katten, inderdaad besmet raken, maar dat gebeurt niet zomaar.
Het virus maakt vogels veel sneller ziek dan zoogdieren. Voor een kat of hond is meestal langdurig en direct contact nodig met een besmette vogel, bijvoorbeeld door er eentje te vangen of te eten. De Rijksoverheid bevestigt dat de kans op besmetting klein blijft. Ook benadrukt de NVWA dat het virus zich niet makkelijk verspreidt van dier op dier. Een besmette kat of hond vormt dus geen groot risico voor andere huisdieren. Het gevaar komt vooral door direct contact met zieke of dode wilde vogels.
Hoe raken huisdieren besmet?
Vogelgriep verspreidt zich bij zoogdieren meestal niet via de lucht, maar door het binnenkrijgen van besmet materiaal. Katten lopen risico omdat ze van nature jagers zijn. Een zieke vogel die besmet is met vogelgriep beweegt traag en kan niet goed meer vliegen. Zo’n verzwakte vogel is voor een kat een makkelijke prooi. Door ermee te spelen of delen ervan op te eten, kan een kat het virus binnenkrijgen.

Honden raken meestal besmet door hun nieuwsgierige gedrag. Ze kunnen aan kadavers van vogels snuffelen of eraan likken, iets wat veel honden doen tijdens wandelingen. Daarnaast kunnen ze via besmet zwemwater in aanraking komen met het virus. In vijvers of sloten waar veel wilde watervogels leven en poepen, kan het virus namelijk aanwezig zijn. Een hond die daar drinkt of zwemt, loopt dan een klein risico om besmet te raken.
Symptomen waar je op moet letten
Mocht je huisdier toch besmet raken met vogelgriep, dan zijn de symptomen vaak ernstiger dan bij een gewone griep. Dierenartsen en de NVWA waarschuwen voor drie groepen klachten: ademhalingsproblemen, neurologische verschijnselen en algemene ziekteverschijnselen.
De eerste tekenen zitten vaak in de luchtwegen. Let op als je kat of hond benauwd is of hijgt zonder inspanning. Rode, dikke of tranende ogen kunnen wijzen op een oogontsteking, een klacht die vaak voorkomt bij besmette dieren. Bij katten kan het vliesje in de ooghoek zichtbaar blijven, wat een teken van irritatie is.
Een tweede belangrijk signaal zijn neurologische klachten. Vogelgriep kan de hersenen aantasten, waardoor een dier vreemd gedrag vertoont. Denk aan trillen, omvallen, rondjes draaien, een scheve kop of zelfs stuiptrekkingen. Dit zijn alarmerende symptomen die wijzen op een ernstige infectie.
Daarnaast kan het dier algemeen ziek zijn: koorts, sloomheid, verlies van eetlust en weinig reactie op prikkels. In zulke gevallen is het belangrijk om snel contact op te nemen met de dierenarts. Heeft je huisdier contact gehad met dode vogels of vogelpoep en vertoont het meerdere klachten? Vertel je dierenarts dan dat je vogelgriep vermoedt, zodat er voorzorgsmaatregelen genomen kunnen worden.

Wat kun je doen om besmetting te voorkomen?
Hoewel het risico klein is, kun je zelf maatregelen nemen om je huisdier te beschermen. De NVWA en de Dierenbescherming geven duidelijke adviezen.
Houd honden aangelijnd in gebieden waar veel watervogels leven, zoals uiterwaarden, stranden of parken met vijvers. Zo voorkom je dat je hond in contact komt met zieke vogels of besmet water. Laat je hond niet snuffelen aan kadavers en zorg dat hij geen water drinkt uit plassen of sloten waar veel vogels zitten.
Voor katten geldt dat ze in risicogebieden beter even binnen kunnen blijven. De NVWA raadt dit aan voor mensen die wonen binnen een straal van tien kilometer rondom een besmet pluimveebedrijf. Buiten deze zones is dat meestal niet nodig, maar het blijft verstandig om op te letten als er dode vogels in de buurt zijn.
Hygiëne speelt ook een grote rol. Vogelgriep kan via je schoenen mee naar binnen komen. Reinig daarom je zolen als je gewandeld hebt op plekken met veel vogelpoep. Voer je huisdier nooit rauw vlees van wilde vogels. Gewone kip of kalkoen uit de supermarkt is veilig, maar rauw wildvlees kan risico’s opleveren.
Wat te doen als je een dode vogel vindt?
De Dierenbescherming raadt af om dode vogels met blote handen aan te raken. Houd ook je hond of kat uit de buurt. Zie je één of twee dode vogels op straat of in een park, bel dan de gemeente of dierenambulance. Ligt er een groep dode vogels bij elkaar, bijvoorbeeld meerdere eenden of zwanen, meld dit dan direct bij het Landelijk meldpunt dierziekten van de NVWA via 045-546 31 88. Zij kunnen bepalen of er sprake is van vogelgriep.

Ligt er een dode vogel in je tuin? Kleine vogels zoals mussen of merels mag je zelf opruimen, maar doe dit veilig. Gebruik wegwerphandschoenen of een plastic zakje, stop de vogel in een dubbele zak en gooi deze in de grijze container. Gaat het om een grote vogel, zoals een gans of roofvogel, raak deze dan niet aan. Neem contact op met de dierenambulance of de NVWA voor advies.
Kleine kans, maar wel opletten
Hoewel de kans klein blijft dat je huisdier vogelgriep oploopt, is het goed om alert te zijn. Vooral katten die buiten jagen en honden die graag zwemmen of snuffelen aan alles wat ze tegenkomen, lopen een klein risico. Door hygiëne in acht te nemen, je dier uit de buurt van dode vogels te houden en op symptomen te letten, kun je veel ellende voorkomen.
Vogelgriep lijkt misschien ver weg, maar de recente besmettingen bij katten laten zien dat voorzichtigheid belangrijk blijft. Zolang je als huisdiereigenaar de juiste stappen neemt en weet waar je op moet letten, hoef je je geen grote zorgen te maken. Met een beetje extra aandacht blijven jij én je huisdier gezond.
Bron: Radar
