De afgelopen jaren zien artsen wereldwijd dat steeds meer jonge mensen darmkanker krijgen. Lange tijd wisten onderzoekers niet precies waarom. Nu denken ze een mogelijke oorzaak te hebben gevonden: een giftige stof die sommige darmbacteriën aanmaken. Deze stof heet colibactine en kan schade aanrichten aan het DNA. Nieuw onderzoek hierover is verschenen in een bekend wetenschappelijk tijdschrift.
Het aantal mensen onder de 50 jaar met darmkanker is flink gestegen. Dat gebeurt niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen. Onderzoekers proberen al een tijd te begrijpen waarom deze stijging plaatsvindt. Nu lijkt colibactine een belangrijke rol te spelen in het ontstaan van darmkanker op jonge leeftijd.
Meer jonge patiënten dan vroeger
In de Verenigde Staten krijgt tegenwoordig één op de vijf mensen met darmkanker de diagnose vóór hun vijftigste verjaardag. Twintig jaar geleden was dat nog veel minder. Het aantal jonge patiënten is daar in die tijd met elf procent gestegen.
Ook in Nederland is een toename zichtbaar. In 1998 kregen 6,3 op de 100.000 mensen tussen de 15 en 49 jaar de diagnose. In 2023 was dit opgelopen tot 9,5 per 100.000. Dat betekent dat in 2023 in totaal 654 mensen onder de 50 darmkanker kregen.
Experts verwachten dat dit aantal de komende jaren verder zal groeien. De voorspelling is dat er in 2035 zo’n 762 nieuwe jonge patiënten per jaar zullen zijn. Dat is een flinke toename, waar artsen zich zorgen over maken.
Wat colibactine precies doet
De stof colibactine wordt gemaakt door bepaalde bacteriën die in de darmen leven, vooral sommige soorten E. coli. Deze bacteriën gebruiken colibactine om zichzelf te verdedigen tegen andere micro-organismen. Maar diezelfde stof kan ook menselijk DNA beschadigen.
Onderzoekers kwamen de stof per toeval op het spoor. Ze wilden eigenlijk weten waarom darmkanker in sommige landen vaker voorkomt dan in andere. Toen ze het DNA van tumoren onderzochten, zagen ze een patroon dat past bij colibactine.
Bijna duizend tumoren uit elf verschillende landen werden onderzocht. De wetenschappers ontdekten dat de cellen in de tumoren sporen van colibactine bevatten. Vooral bij mensen die jonger dan 40 waren toen ze de ziekte kregen, kwamen die sporen vaker voor. Bij deze groep kwamen de mutaties die passen bij colibactine drie keer vaker voor dan bij mensen die ouder dan 70 waren toen ze ziek werden.
De schade begint al vroeg
De veranderingen in het DNA door colibactine ontstaan waarschijnlijk al op jonge leeftijd. Uit het onderzoek blijkt dat die schade vaak al voor het tiende levensjaar begint. Dat is opvallend, omdat de ziekte dan pas tientallen jaren later zichtbaar wordt.
Doordat de schade al zo vroeg ontstaat, krijgen sommige mensen de ziekte dus ook eerder. Dat verklaart misschien waarom er nu meer jonge mensen met darmkanker zijn dan vroeger.
Maar hoe komt het dat colibactine bij de één voor kanker zorgt en bij de ander niet? De onderzoekers denken dat dit te maken heeft met veranderingen in de darmen. Bijvoorbeeld doordat sommige bacteriën zich sneller kunnen vermenigvuldigen dan andere. Het is nog niet duidelijk waardoor dit precies gebeurt. Toch zijn er sterke aanwijzingen dat voeding en leefstijl hierbij een rol spelen.
Wat voeding en leefomgeving kunnen doen
Volgens de onderzoekers is er nog veel onbekend. Toch denken veel wetenschappers dat een westers dieet invloed kan hebben op de samenstelling van bacteriën in de darmen.
Een westers dieet bestaat vaak uit veel suiker, vet en sterk bewerkte producten. Zulke voeding kan ervoor zorgen dat de slechte bacteriën, die colibactine maken, sterker worden dan de goede.
Of dat het effect van colibactine erger maakt, moet nog verder worden onderzocht. Maar het is goed mogelijk dat voeding hierin een grote rol speelt. Daarom is het belangrijk dat toekomstige onderzoeken zich ook richten op voeding, leefstijl en darmbacteriën. Zo krijgen we een beter beeld van de oorzaken van darmkanker bij jonge mensen.
Waarom meer onderzoek nodig is
Hoewel de link tussen colibactine en darmkanker sterk lijkt, zijn de onderzoekers voorzichtig. Ze zeggen dat er meer bewijs nodig is om zeker te weten dat colibactine echt de boosdoener is.
Daarvoor moeten mensen jarenlang gevolgd worden. Het liefst al vanaf jonge leeftijd. Alleen dan kun je echt goed zien welke bacteriën wanneer schade aanrichten.
Wetenschappers willen ook benadrukken dat colibactine niet de enige reden is voor de toename van darmkanker. Er kunnen meerdere oorzaken zijn. Daarom is het belangrijk om naar alle mogelijke factoren te blijven kijken.
Totdat we meer weten, kunnen we zelf ook iets doen. Gezond eten, genoeg bewegen, niet roken en weinig alcohol drinken helpen om het risico te verkleinen.
Daarnaast is het belangrijk om alert te zijn op klachten. Signalen zoals bloed in de ontlasting, onverklaarbaar afvallen of buikpijn moeten serieus genomen worden. Hoe eerder je erbij bent, hoe beter de behandeling kan aanslaan. Snelle ontdekking van darmkanker vergroot de kans op genezing enorm.
Bron: National Geographic