De leeftijd waarop je jouw werkgeverspensioen ontvangt wordt door je eigen pensioenfonds bepaald. Bij sommige fondsen is deze leeftijd 68 jaar, dus één jaar na het ingaan van de AOW.
Wat dit betekent voor jouw pensioeninkomen
Je hebt de optie om je werkgeverspensioen eerder te laten ingaan, gelijktijdig met de AOW. Echter, dit heeft financiële gevolgen. Het vervroegen van je pensioenuitkering betekent dat je pensioen over een langere periode uitgesmeerd wordt, wat resulteert in een lager maandelijks bedrag.
Stel je voor: als een gemiddeld pensioen ongeveer 1100 euro bruto per maand bedraagt en je besluit dit een jaar eerder te ontvangen, dan zou het maandbedrag met zo’n 7% dalen. Dit betekent ongeveer 77 euro minder per maand, wat neerkomt op 924 euro minder per jaar. Over de jaren heen kan dit een groot verschil maken.
Pensioenleeftijden bij grote pensioenfondsen
Hoe zit het met de pensioenleeftijd bij verschillende grote pensioenfondsen? Radar heeft een overzicht gemaakt:
- ABP: Hier is de pensioenleeftijd gelijk aan de AOW-leeftijd. De pensioenrekenleeftijd begint echter op de eerste dag van de maand nadat je 68 jaar wordt.
- Zorg en Welzijn: Ook hier is de pensioenleeftijd gelijk aan de AOW-leeftijd, hoewel rekenkundig het pensioen pas ingaat als je 68 bent. Je ontvangt het echter vanaf de AOW-leeftijd, zelfs als dit eerder is dan 68 jaar.
- Metaal en Techniek: Dit fonds keert het werkgeverspensioen uit vanaf de AOW-leeftijd.
- BPF Vervoer: Bij dit fonds ligt de pensioenleeftijd op 68 jaar, wat betekent dat je het pensioen eerder zou moeten laten ingaan als je het tegelijk met de AOW wilt ontvangen.
- PME: De pensioenleeftijd is hier gelijk aan de AOW-leeftijd.
- BPF Bouw en Pensioenfonds Detailhandel hebben beide een pensioenleeftijd van 67 jaar.
Bron: Radar