In elke straat heb je ze wel: buren die zich overal aan storen. In de rubriek Burenruzies deelt elke week iemand zijn persoonlijke verhaal over een vervelende of opvallende situatie met de mensen van twee huizen verderop. Soms zijn de verhalen grappig, soms schrijnend en vaak herkenbaar. Deze keer doet Martijn (39) zijn verhaal. Hij is gek op barbecueën, maar zijn buren denken daar heel anders over. Wat begon als een klein verzoek, veranderde al snel in een flinke burenoorlog.
De zomer begint met trek in vlees
Zodra het zonnetje doorkomt, begint het bij Martijn te kriebelen. Niet vanwege hooikoorts, maar omdat hij dan zin krijgt in barbecueën. Hij is er het type naar dat al vroeg in het voorjaar zijn barbecue onder het stof vandaan haalt. Dan wordt alles netjes schoongemaakt, haalt hij de lekkerste ingrediënten in huis en begint het feest. Vlees, groenten, marinades – alles wordt met zorg uitgekozen. Volgens Martijn is het één van de fijnste dingen van de zomer. Lange avonden, vrienden over de vloer en de geur van gegrild eten in de tuin.
Dat ging jarenlang zonder problemen, totdat er nieuwe buren naast hen kwamen wonen. Die hadden duidelijk minder zin in zomeravonden vol barbecuegeuren. Sindsdien lijkt elke barbecue een reden voor commentaar. En dat begint Martijn steeds meer tegen te staan.
De eerste klachten komen binnen
De eerste keer dat de buren er iets over zeiden, verliep het nog redelijk vriendelijk. Ze vroegen of hij de barbecue iets naar de andere kant van de tuin wilde verplaatsen, zodat de rook niet direct hun kant op kwam. Martijn begreep dat wel en schoof zonder mokken alles een meter op. Maar hij dacht dat daarmee het probleem opgelost was. Helaas bleek dat niet het geval.
Een paar weken later, bij de tweede barbecue van het seizoen, ging het weer mis. De buurvrouw riep plotseling over de schutting dat de rook alweer hun huis in trok en dat ze er echt last van hadden. Martijn stelde voor om het kort te houden, maar kreeg als antwoord dat hij misschien beter binnen kon koken. Dat voelde als een steek onder water.
Het briefje in de brievenbus
Toen het voor de derde keer lekker weer was, besloot Martijn gewoon weer de barbecue aan te steken. Deze keer kreeg hij geen woorden, maar een briefje. In de brievenbus lag een nette maar duidelijke boodschap waarin stond dat de buren “ernstige hinder” ervoeren van de barbecuegeuren. Ze vroegen of hij voortaan eerst kon overleggen voor hij weer ging grillen. Martijn dacht eerst dat het een grap was. Alsof hij voortaan eerst toestemming moest vragen voor kipspiesjes op de grill.
Wat hem vooral frustreert, is dat ze het allemaal netjes doen. Geen harde muziek, geen dikke rookpluimen en ook geen urenlange sessies. Vaak zijn ze na anderhalf uur alweer klaar. Zelfs bij gegrilde groenten komt er commentaar. “Dat kruidige spul blijft nog uren hangen”, kreeg hij laatst te horen. Volgens Martijn is het inmiddels gewoon zoeken naar iets om over te klagen.
De druppel was Koningsdag
De echte ruzie begon op Koningsdag. Martijn en zijn vrouw hadden vrienden over de vloer en de kinderen speelden gezellig in de tuin. Hij had net wat vlees op het vuur liggen toen er ineens overdreven gehoest werd aan de andere kant van de schutting. Vijf minuten later verscheen de buurvrouw met een mondkapje op boven de schutting. Ze riep dat het echt niet normaal meer was wat ze moesten inademen. Daar stond Martijn dan, met de tang in zijn hand en een hoop ongemak in zijn buik.
Sindsdien zijn Martijn en zijn vrouw gewoon blijven barbecueën, maar ze doen het nu met een knipoog. Ze noemen het gekscherend ‘de rookceremonie’. En als hij iets op de barbecue legt, zegt hij expres iets als “Oh nee, straks ruikt het weer LEKKER.” Zijn vrouw moet er altijd om lachen, maar diep vanbinnen vinden ze het jammer. Martijn baalt ervan dat hij zich in zijn eigen tuin niet meer helemaal vrij voelt.
Iedereen moet een beetje rekening houden
Martijn snapt heus dat niemand zit te wachten op elke dag dikke rook uit de tuin van de buren. Maar hij vindt wel dat we allemaal een beetje moeten kunnen leven met elkaar. “We wonen in Nederland, dicht op elkaar. Dan ruik je soms een barbecue, een open haard of de frituurpan van verderop.” Volgens hem hoort dat erbij. Hij vindt dat mensen niet zo snel moeten klagen en juist eens wat meer begrip mogen tonen.
Zijn idee: kom gewoon een keer gezellig mee-eten. Dan valt het misschien allemaal wel mee en leer je elkaar meteen een beetje kennen. Dat is volgens hem beter dan boze briefjes of gemopper over de schutting. Want uiteindelijk wonen we allemaal naast elkaar en is het veel fijner als er gewoon een goede sfeer is in de straat.
Martijn is niet de enige met dit soort verhalen. Elke week blijken er weer nieuwe burenruzies te ontstaan over kleine ergernissen die langzaam uitgroeien tot grote frustraties. Maar vaak ligt de oplossing dichterbij dan we denken. Een beetje praten, een beetje begrip en misschien een worstje op de barbecue kunnen al een hoop gedoe voorkomen.
Bron: Metronieuws