Lange tijd geloofden wetenschappers dat deze rimpels simpelweg het resultaat waren van een natuurlijke zwelling van de huid als gevolg van langdurige blootstelling aan water. Deze theorie suggereerde dat er niet echt een specifieke reden of voordeel was voor deze rimpeling van de huid, buiten het feit dat het een onvermijdelijk bijproduct was van de manier waarop onze huid op water reageerde.
Echter, recentelijk is er nieuw bewijs opgedoken dat suggereert dat onze verre voorouders wellicht daadwerkelijk gebruik hebben gemaakt van deze rimpels. In plaats van een nutteloos neveneffect van natte huid, suggereert het onderzoek dat de rimpels eigenlijk hielpen om een betere grip te krijgen op objecten onder water. Dit zou in de prehistorie, toen onze vroege menselijke voorouders nog veel tijd in en rond water doorbrachten, een significante evolutionaire voordelen kunnen hebben geboden.
Deze bevindingen zijn het resultaat van het werk van bioloog Mark Changizi, die in 2011 een doorbraak in dit veld maakte. Hij ontdekte dat het rimpelen van de vingers een actief biologisch proces is, in plaats van een passieve reactie op de aanwezigheid van warm water. Deze ontdekking wijst erop dat de mens op de een of andere manier voordeel haalt (of heeft gehaald) uit deze rimpels.
Verdere studies door Changizi en zijn team hebben dit inzicht ondersteund. Zijn onderzoek suggereert dat de rimpels op onze vingers en tenen ons inderdaad een betere grip geven op natte objecten. De rimpels veranderen effectief de textuur van onze huid, waardoor we in natte omstandigheden objecten beter kunnen vasthouden.
Dus, de volgende keer dat je uit een lang bad stapt en de rimpels op je vingers en tenen opmerkt, onthoud dan dat dit eigenaardige fenomeen niet zo nutteloos is als je misschien dacht. Het is eigenlijk een fascinerende overblijfsel van onze evolutie en een herinnering aan de tijden waarin onze voorouders hun dagen doorbrachten in en rond water.