Sinds kort is Nederland een nieuw roofdier rijker: de wasbeerhond. Het dier lijkt op een flinke wasbeer, maar hoort eigenlijk bij de hondachtigen. Ondanks zijn aaibare uiterlijk kan dit dier voor problemen zorgen in de natuur. Hij is al gesignaleerd in het noorden van Nederland en in de Flevopolder.
Wat is een wasbeerhond precies?
De naam doet misschien vermoeden dat het een mix is van een wasbeer en een hond, maar dat klopt niet. De wasbeerhond komt oorspronkelijk uit Oost-Azië en is familie van de hond. Door zijn ronde lichaam en de kleur van zijn vacht lijkt hij alleen erg op een wasbeer. Deze dieren voelen zich het prettigst in vochtige gebieden zoals moerassen. Daar kunnen ze schuilen én eten vinden. Het zijn echte alleseters: ze knabbelen net zo lief aan muizen, kikkers of padden als aan bessen of eieren. Tijdens het broedseizoen eten ze ook jonge weidevogels, net als vossen. Daardoor vormen ze een bedreiging voor die vogels.
Schuw maar niet welkom
Voor mensen vormen wasbeerhonden geen gevaar. Ze vermijden mensen en zijn bang voor huisdieren zoals katten en honden. Toch moeten ze volgens Europese regels worden bestreden. Ze kunnen namelijk ziektes verspreiden zoals hondsdolheid. Daarom worden ze in Nederland actief afgeschoten. Elk jaar worden er gemiddeld tien gedood door jagers. Of dat zinvol is, daar zijn de meningen over verdeeld.
De dieren komen uit Duitsland ons land binnen. Daar leven er naar schatting 50.000. Ze zijn oorspronkelijk naar Oost-Europa gehaald vanwege hun vacht. Ze werden gefokt voor bont, en sommige dieren zijn toen ontsnapt of zijn expres losgelaten om op te jagen. Zo hebben ze zich in de loop van de jaren verspreid over delen van Europa.
De opmars in Nederland
Sinds 2019 duiken er ook in Nederland steeds meer wasbeerhonden op. Biologen verwachten dat het dier zich blijvend in ons land gaat vestigen. Volgens ecoloog Maurice La Haye kan het dier zich de komende tien tot twintig jaar over heel Nederland verspreiden. Hoeveel wasbeerhonden er op dit moment zijn, is lastig te zeggen. Ze zijn namelijk erg goed in zich verstoppen. Wil je er toch eentje zien? Dan maak je ’s nachts en in de buurt van water de meeste kans.
Bron: Margriet
