Mijn dochter heet Nora. Een korte, krachtige naam. Simpel, duidelijk, en makkelijk te onthouden. Tenminste, dat zou je denken. Toch lijkt mijn moeder er moeite mee te hebben. Elke keer als we bij haar zijn, noemt ze haar “Nori” of zelfs “Norretje”. En eerlijk? Dat zit me dwars.
Ze zegt er ook altijd eerlijk bij: “Ik vind Nori gewoon veel leuker dan Nora.” Alsof dat alles verklaart.
Het voelt alsof ze de naam die wij met zorg hebben gekozen niet serieus neemt. Ik heb haar er al een paar keer op aangesproken. Haar reactie is steevast dezelfde: “Ach, dat is toch schattig? Wat maakt het uit?” Maar voor mij maakt het wél uit. Nora heet Nora. Zo hebben we haar genoemd. Dat is haar naam.
Mijn moeder ziet het duidelijk anders. Voor haar is “Nori” blijkbaar een koosnaampje, iets liefs en gezelligs. Misschien bedoelt ze het niet verkeerd, maar het feit dat ze nooit Nora zegt – echt nooit – maakt me boos. Het voelt alsof ze een grens overgaat. Alsof ze niet begrijpt hoeveel betekenis een naam heeft.
Mijn man vindt dat ik overdrijf. “Ze bedoelt het niet slecht,” zegt hij dan. “Ze noemt haar toch geen Hercules of zo?” Nee, dat niet, maar dat is ook niet het punt. Het punt is dat ze blijkbaar niet de moeite wil nemen om haar naam gewoon goed te zeggen.
Soms denk ik dat ik er gewoon aan moet wennen. Dat het haar manier is om genegenheid te tonen. Misschien blijft het zo. Misschien niet. Maar op dit moment kan ik er niet makkelijk overheen stappen. Het voelt alsof het iets groters symboliseert. Respect, misschien.
Ik zit er serieus aan te denken om het nog eens goed met haar te bespreken. Niet tussen de soep en de aardappels door, maar echt. Uitleggen waarom het voor mij belangrijk is. Hoe ik hoop dat ze de naam respecteert die wij hebben gekozen.
Misschien begrijpt ze het dan beter. Of misschien blijft ze Nora gewoon eigenwijs “Nori” noemen. Maar dan weet ik tenminste dat ik het geprobeerd heb. Het voelt alleen zo kleinzerig om er een groot ding van te maken. Stel ik me nou aan, of begrijp jij het ook?