De rol van zorgverzekeraars
Zorgverzekeraars maken afspraken met fabrikanten over welke medicijnen ze leveren aan patiënten. Deze afspraken kunnen veranderen, waardoor patiënten soms onverwachts een ander medicijn krijgen.
Verschillen in hulpstoffen
Soms zijn er geen merkbare verschillen tussen medicijnen en zou je niets van een verandering moeten merken. “Een vergelijkbaar medicijn moet net zo effectief zijn als het oorspronkelijke”, stelt Annemieke Horikx. Echter, naast de actieve stof bevatten medicijnen ook hulpstoffen. Deze kunnen verschillen, zoals andere vulstoffen of kleurstoffen, wat soms bijwerkingen kan veroorzaken die bij het originele medicijn niet voorkwamen. Patiënten merken soms dat het nieuwe medicijn minder effectief lijkt of dat ze zich erdoor beroerd voelen.
Wat te doen als je je oude medicijn wilt houden
Als je als patiënt liever je vertrouwde medicijn blijft gebruiken, dan moet je vaak zelf voor de kosten opdraaien, tenzij je lichaam negatief reageert op het nieuwe medicijn. In dat geval kan je arts ‘medische noodzaak’ op je recept vermelden, wat betekent dat je oude medicijn toch vergoed wordt door je zorgverzekeraar.
Extra aandacht bij medicijnwisselingen
Een wisseling van medicijnen kan verwarrend zijn, vooral aan de balie van de apotheek. Dit geldt in het bijzonder voor patiënten met bijvoorbeeld psychische aandoeningen of visuele beperkingen, die gewend zijn aan een specifieke kleur of vorm van hun medicijn. Deze patiënten hebben extra begeleiding nodig, omdat de voortdurende wisseling van medicatie ongewenst en verwarrend kan zijn. Annemieke Horikx benadrukt het belang van het snel vinden van oplossingen voor de medicijntekorten om dergelijke problemen te voorkomen.
Bron: Libelle