Jan van Dijk, een 55-jarige vader uit Rotterdam, bevindt zich in een lastige situatie. Zijn drie kinderen, die allen volwassen zijn, wonen nog steeds thuis. Hoewel ze allemaal een goede baan hebben, weigeren ze mee te betalen aan de huishoudelijke kosten.
Jan is de enige in het gezin die aan ze heeft gevraagd om een bijdrage te leveren. Zijn vrouw, Els, houdt zich afzijdig en blijft het huishouden draaiende houden, zonder dat de kinderen daarbij helpen.
De kinderen blijven thuis
De oudste zoon, Mark (26), werkt als accountmanager bij een groot bedrijf en verdient een goed salaris. Zijn jongere broer, Tim (23), heeft een fulltime baan in de IT, terwijl hun zus, Sophie (21), net is begonnen als verpleegkundige.
Geen van hen studeert meer, en ze verdienen allemaal genoeg om voor zichzelf te zorgen. Toch lukt het hen niet om een woning te vinden door de torenhoge koop- en huurprijzen in de stad.
Jan begrijpt dat het lastig is om een betaalbare woning te vinden, maar hij vindt ook dat het tijd is voor zijn kinderen om hun verantwoordelijkheid te nemen en bij te dragen aan de kosten thuis.
Jan heeft hen om een bescheiden bijdrage van 300 euro per maand gevraagd. Dit bedrag zou alles dekken, inclusief huur, gas, water, licht, en zelfs de boodschappen. Daarnaast hoeven ze niet te helpen in het huishouden, aangezien Els alles schoonmaakt en kookt. “Het is geen onredelijk verzoek,” zegt Jan. “Ze verdienen genoeg en betalen nu nergens voor. Maar ze weigeren simpelweg.”
De weigering van de kinderen
Mark, Tim en Sophie waren geschokt toen hun vader hen vroeg om kostgeld te betalen. Ze voelden zich oneerlijk behandeld en vonden het belachelijk dat ze zouden moeten betalen om in hun ouderlijk huis te wonen.
“We kunnen toch niet betalen voor iets wat we niet wilden? Het is niet onze schuld dat we geen eigen plek kunnen vinden,” zei Mark boos. Ook Tim was van mening dat het de verantwoordelijkheid van hun ouders was om hen te ondersteunen zolang ze thuis woonden. Sophie voegde daaraan toe dat ze net aan haar carrière was begonnen en liever haar geld wilde sparen.
Jan is teleurgesteld in de houding van zijn kinderen. “Ik heb hen altijd gesteund en geholpen waar ik kon. Maar dit voelt als ondankbaarheid. Ik vraag geen hoog bedrag, het is slechts een kleine bijdrage,” vertelt hij. “Ze verdienen genoeg om iets bij te dragen, maar ze willen gewoon niet.”
De frustratie van Jan
Ondanks dat de kinderen weigeren te betalen, blijft Jan hun levensstijl financieren. Elke maand betaalt hij de rekeningen en zorgt Els voor het eten en het huishouden. Het begint echter zwaar te wegen op Jan, zowel financieel als emotioneel.
“Het voelt alsof ze de situatie uitbuiten,” geeft hij toe. “Ze leven hier zonder zorgen, terwijl ze prima zelf zouden kunnen bijdragen. Ik wil ze niet het huis uitzetten, maar soms vraag ik me af of dat de enige oplossing is.”
Jan weet niet hoe hij verder moet. Hij wil zijn kinderen niet dwingen of de relatie met hen op het spel zetten, maar de situatie moet veranderen. “Ik wil dat ze verantwoordelijkheid leren nemen. Dat hoort toch bij volwassen worden?” zegt hij. Tot nu toe blijft de situatie echter onopgelost, en Jan hoopt dat zijn kinderen op een dag beseffen dat hij niet onredelijk is in zijn verzoek om een bijdrage van 300 euro per maand.