Je hoofd zit vol, je slaapt onrustig en je voelt je constant gespannen. Misschien denk je dat je gewoon een drukke week hebt. Maar het kan ook iets anders zijn. Stress en angst lijken op elkaar, maar zijn niet hetzelfde. En omdat ze verschillend zijn, hebben ze ook een andere aanpak nodig. In dit artikel lees je hoe je het verschil herkent en wat je eraan kunt doen.
Veel mensen gebruiken de woorden stress en angst door elkaar. Toch zit er een belangrijk verschil tussen. Volgens Judith S. Beck van het Beck Institute for Cognitive Behavior Therapy is het goed om die twee niet te verwarren. In een interview met TIME legt ze uit dat stress meestal ontstaat door een duidelijk probleem. Je hebt bijvoorbeeld een drukke werkdag, een deadline of een ruzie. Als die situatie voorbij is, verdwijnt het gevoel van stress vaak ook. Je voelt je misschien moe of leeg, maar het is tijdelijk.
Stress herken je vaak aan een duidelijke oorzaak
Bij stress voel je meestal goed waar het vandaan komt. Je hebt te veel op je bord liggen of je ervaart druk van buitenaf. Dat zorgt voor onrust in je lijf en hoofd. Je kunt je geïrriteerd voelen of zelfs somber. Lichamelijk merk je het aan een hogere hartslag, gespannen spieren en een onrustige maag. Het is je lichaam dat in actie komt om je te helpen omgaan met de situatie.
Gelukkig gaat stress vaak weer over als het probleem opgelost is. Je merkt dat je weer tot rust komt zodra je bijvoorbeeld die belangrijke taak hebt afgerond of een lastige situatie is opgelost. Dat maakt stress in veel gevallen hanteerbaar, vooral als je het op tijd herkent en er iets aan doet.
Angst voelt anders en blijft vaak langer hangen
Angst is anders dan stress. Het komt vaak op zonder dat er echt iets mis is. Het gevoel van onrust blijft, zelfs als er geen duidelijke reden is. Je kunt bang zijn dat er iets fout gaat, terwijl daar geen bewijs voor is. Volgens Beck kan langdurige stress uiteindelijk leiden tot angst. Als je lang onder druk staat zonder goede manier om daarmee om te gaan, kan je geest blijven hangen in een gevoel van dreiging.
Therapeut Nina Westbrook zegt dat angst ervoor zorgt dat je lichaam in een constante staat van paraatheid blijft. Je zenuwstelsel komt niet meer tot rust. Je hart blijft sneller kloppen, je ademhaling blijft oppervlakkig en je spieren blijven gespannen. Het is alsof je steeds in een situatie zit waarin je moet vluchten of vechten, ook al is er geen gevaar. En dat is erg vermoeiend.
Wat gebeurt er in je lichaam?
Bij stress en angst maakt je lichaam zich klaar om te reageren. Dat gebeurt via het bekende vecht-of-vluchtmechanisme. Je maakt adrenaline aan, je spieren spannen zich aan en je ademhaling versnelt. Dit is handig als je in gevaar bent, maar als je in die toestand blijft hangen, raakt je lichaam uitgeput.
Bij angst blijft dat alarmsysteem actief, zelfs als er niets aan de hand is. Je brein denkt telkens dat er gevaar dreigt. Je lichaam komt dus nooit echt tot rust. Daardoor kun je je snel moe, gespannen of prikkelbaar voelen. Je slaapt slechter, je eet misschien minder goed en je hoofd blijft maar doorgaan. Dat maakt angst lastiger om zelf op te lossen.
Wat kun je eraan doen?
De eerste stap om met stress of angst om te gaan, is herkennen wat je voelt. Zeg hardop tegen jezelf: “Ik voel me gestrest.” Het klinkt simpel, maar het helpt. Door het gevoel een naam te geven, kun je beter begrijpen waar het vandaan komt. En als je de oorzaak kent, kun je er vaak ook iets aan doen.
Bij stress helpt het om de bron aan te pakken. Ben je gespannen voor een presentatie? Dan kun je beter voorbereiden of eerder beginnen. Grote taken kun je opdelen in kleinere stappen. Neem af en toe een korte wandeling of praat met iemand over hoe je je voelt. Geef jezelf ook de ruimte om eens ‘nee’ te zeggen als iets te veel is.
Bij angst ligt de aanpak iets anders. Omdat angst vaak vaag is, helpt het om je lichaam tot rust te brengen. Doe ademhalingsoefeningen, probeer mindfulness of ga bewegen. Let ook op je dagindeling. Sta elke dag op hetzelfde tijdstip op en probeer op tijd naar bed te gaan. Minder cafeïne en minder sociale media kunnen ook helpen. Die zorgen vaak voor extra prikkels die je lichaam niet nodig heeft.
Zoek hulp als het niet beter wordt
Soms zijn deze tips niet genoeg. Dan is het goed om hulp te zoeken. Therapie kan veel verschil maken. Je leert hoe je beter met spanning omgaat en je krijgt een plek waar je je verhaal kwijt kunt. Volgens Westbrook helpt therapie niet alleen om nieuwe technieken te leren, maar ook om oude patronen te doorbreken. Je leert anders kijken naar situaties en ontdekt wat jij nodig hebt om je beter te voelen.
Stress en angst zijn allebei signalen van je lichaam dat er iets aan de hand is. Door goed te luisteren naar die signalen, kun je op tijd ingrijpen. Of het nu om een drukke werkweek gaat of een gevoel dat maar niet weggaat, het is belangrijk om er iets mee te doen. Zo voorkom je dat stress omslaat in angst, en geef je je lichaam en geest de rust die ze verdienen.
Bron: Metro