Gemiddeld kost een zwemles nu 12 euro, terwijl dit eerder 9 euro was. Om alleen het A-diploma te behalen, zijn zo’n zestig lessen nodig, wat neerkomt op een kostenpost van meer dan 700 euro. Remco Hoekman, de directeur van het Mulier Instituut, dat onderzoek doet naar sport, vertelt dat hoewel ouders het belang van zwemlessen inzien, velen toch besluiten te stoppen.
Het belang van zwemveiligheid
Het is belangrijk dat zwemveiligheid toegankelijk is voor iedereen, zodat alle kinderen de kans hebben om een A-, B- en C-diploma te behalen. Het percentage kinderen zonder zwemdiploma is sinds 2018 gestegen van 6 naar 13 procent, blijkt uit cijfers van het CBS.
Toenemende kosten voor zwembaden
De stijging van de kosten voor zwembaden wordt vooral veroorzaakt door hogere energietarieven, aangezien het veel energie kost om een zwembad warm en schoon te houden. In 2022 hielp de overheid de zwembaden met een noodfonds van 207 miljoen euro, maar dit is volgens de exploitanten niet voldoende om alle problemen op te lossen. Er zijn ook hogere personeelskosten en een tekort aan badmeesters.
Steun van gemeenten en fondsen
In sommige gemeenten zijn er sportfondsen die ouders helpen om de zwemles van hun kinderen volledig of gedeeltelijk te betalen. Echter, niet elke gemeente biedt zo’n fonds aan en niet alle ouders die het financieel moeilijk hebben, maken hier gebruik van. Het Mulier Instituut benadrukt dat gemeenten hun armoederegelingen toegankelijker moeten maken, zodat er minder ongelijkheid is. Of je in aanmerking komt voor zo’n regeling zou niet moeten afhangen van waar je woont.
Bron: Metronieuws
