John de Bever heeft al lange tijd bijna geen gehoor meer aan zijn rechteroor. Sinds kort merkt hij echter dat ook zijn linkeroor steeds slechter werkt. Hij vertelt dat het gehoor aan die kant snel achteruitgaat. Daardoor moet hij steeds meer moeite doen om gesprekken te volgen. Volgens hem is dit een grote verandering in zijn dagelijks leven, maar hij probeert er zo goed mogelijk mee om te gaan.

Hij draagt tegenwoordig aan beide oren een gehoorapparaat. Hij zegt dat hij die apparaten vooral gebruikt wanneer hij in drukke of rumoerige ruimtes is. Thuis laat hij ze meestal uit. Hij vertelt lachend dat hij dan in ieder geval niet de hele tijd hoeft te luisteren naar zijn man Kees, die volgens hem graag en veel praat. Zo heeft hij thuis soms wat extra rust.
Hoe hij leert omgaan met zijn gehoor
Ondanks de problemen blijft John ontspannen en nuchter. Hij zegt dat hij liever doof is dan blind. Hij kan zich niet voorstellen hoe het is om de hele dag in het donker te leven. Dat lijkt hem veel moeilijker. Doofheid vindt hij vervelend, maar wel iets waar je mee kunt leven. Hij heeft zichzelf zelfs leren liplezen. Daardoor kan hij veel gesprekken volgen zonder geluid. Dat helpt hem enorm in het dagelijks leven.
Volgens John komt zijn slechte gehoor deels door erfelijkheid. In zijn familie komen deze problemen vaker voor. Zijn zus heeft hetzelfde. Daarnaast denkt hij dat de vele optredens van vroeger hebben bijgedragen aan zijn gehoorschade. In die tijd was er nog weinig bescherming voor artiesten. Hij vertelt dat ook André Hazes senior last kreeg van zijn gehoor na jaren optreden. Dat herkent hij zelf ook. Toch zegt hij dat hij het goed kan hanteren omdat hij al vanaf jonge leeftijd wist dat hij slechter zou horen.

Een leven dat doorgaat ondanks beperkingen
John laat zijn gehoorproblemen niet bepalen hoe hij leeft. Hij ziet geen reden om minder te werken. Hij zegt dat hij juist geniet van een druk leven. Volgens hem hoort dat bij wie hij is. Zijn agenda zit altijd vol. Hij vindt het fijn om bezig te zijn. Zijn gehoor speelt daarbij geen rol. Hij past zich aan en werkt gewoon door.
Op dit moment heeft hij een volle planning. Samen met Kees werkt hij aan een theatertour. Daarnaast is er een reallifesoap en nemen ze een podcast op. Die podcast nemen ze op een bijzondere plek op, namelijk in een sauna. Dat vindt hij grappig en gezellig. Naast al deze projecten staat hij ook nog ongeveer 300 keer per jaar op het podium. Dat is een enorm aantal, maar voor hem voelt het normaal.
Geen angst voor stress of uitputting
Veel mensen zouden zich zorgen maken over zo’n druk leven, maar John niet. Hij zegt dat hij geen angst heeft voor een burn-out. Volgens hem bestond dat vroeger bijna niet. Hij zegt dat hij is opgegroeid in een tijd waarin mensen niet snel klaagden. Hij vindt dat je gewoon moet doorgaan, ook wanneer het zwaar voelt. Hij noemt zichzelf iemand die niet piept en liever werkt dan rust.

Hij vertelt dat hij vrijwel nooit op vakantie gaat. Rust nemen voelt voor hem niet nodig. Werken geeft hem energie. Hij vindt het prettig om op te treden en bezig te blijven. Dat geeft hem voldoening. Volgens hem is zijn werk een belangrijk onderdeel van wie hij is. Daarom blijft hij doorgaan, ongeacht zijn gehoorproblemen. Hij accepteert de situatie en kiest ervoor om positief te blijven.
Een nuchtere kijk op een lastige situatie
John toont in zijn verhaal vooral kracht en nuchterheid. Zijn gehoor gaat achteruit, maar hij laat zich daardoor niet tegenhouden. Hij kiest ervoor om te blijven doen wat hij leuk vindt. Hij gebruikt hulpmiddelen wanneer dat nodig is en vertrouwt op zijn ervaring. Zijn humor helpt hem om luchtig te blijven. Hij probeert zijn leven zo normaal mogelijk te houden.
Zijn houding laat zien dat hij veel veerkracht heeft. Hij maakt duidelijk dat je ook met beperkingen een actief en vol leven kunt leiden. Hij voelt steun door de mensen om hem heen, maar vertrouwt vooral op zijn eigen doorzettingsvermogen. John blijft een harde werker, ondanks alles wat er verandert in zijn lichaam. Voor hem is dat de enige manier waarop hij wil leven.
Bron: Ditjes & Datjes
