Iedereen wil graag een auto die lang meegaat, weinig problemen geeft en niet constant naar de garage moet. Betrouwbaarheid is voor veel mensen dan ook een van de belangrijkste punten bij het kiezen van een auto. Toch is het bouwen van een écht betrouwbare auto lastiger dan je denkt. Een auto bestaat uit duizenden onderdelen. Als er een paar daarvan niet goed werken, kan dat grote gevolgen hebben. Zelfs merken die bekendstaan om hun betrouwbaarheid, hebben af en toe een model dat tegenvalt.
Nieuwe techniek zorgt soms voor problemen
Vaak ontstaan problemen bij auto’s die flink anders zijn dan eerdere modellen. Denk aan nieuwe motoren, andere systemen of extra elektronica. Vooral auto’s met innovatieve techniek voor minder uitstoot zijn gevoeliger voor storingen. Ook elektronica zorgt steeds vaker voor klachten. Nieuwe functies klinken handig, maar brengen ook extra risico’s mee. En als zo’n systeem hapert, kan dat invloed hebben op het hele functioneren van de auto. Soms gaat het mis bij de overstap naar moderne technieken. Zelfs bij merken met een goed imago.
Mercedes E-Klasse (W211) – een modern wonder met elektronische problemen
Mercedes stond lang bekend als een fabrikant van stevige, betrouwbare auto’s. De E-Klasse uit de jaren ’80 en begin jaren ’90 was bijna onverwoestbaar. Maar toen veranderde er iets. Rond 2002 kwam de W211-generatie op de markt. Deze nieuwe E-Klasse zag er prachtig uit, reed comfortabel en zat vol met moderne snufjes. Helaas bleken juist die snufjes de zwakke plek. De auto kreeg vaak te maken met elektronische storingen. Denk aan problemen met het dashboard, de verlichting of andere systemen die niet deden wat ze moesten doen.
De motoren waren meestal wel in orde, maar het totaalplaatje viel tegen. Ook de bescherming tegen roest was niet goed genoeg. Voor een merk als Mercedes was dat een flinke domper. Vooral omdat kopers van dit soort auto’s juist verwachten dat alles perfect werkt en lang meegaat.
Toyota Avensis Clean Power & Lexus IS220d – diesel die te mooi leek om waar te zijn
Toyota staat wereldwijd bekend als een merk dat nauwelijks kapot te krijgen is. Toch ging het mis toen het merk besloot zwaardere dieselmotoren te bouwen. De 2.2-liter Clean Power-diesel was krachtig en had indrukwekkende cijfers. In de Avensis kwam deze motor tot wel 177 pk, met veel trekkracht. Ook de Lexus IS220d kreeg deze motor. Daarmee wilde Lexus de strijd aangaan met populaire Duitse diesels.
Maar de praktijk viel tegen. De motor bleek gevoelig voor allerlei problemen. Er gingen onderdelen kapot, er kwamen storingen, en in veel gevallen liep het helemaal mis. Niet de vraag of er iets stukging, maar wanneer dat zou gebeuren. De betrouwbaarheid was ver te zoeken. Uiteindelijk besloot Toyota om dieselmotoren voortaan aan BMW over te laten.
Peugeot 308 – van degelijkheid naar storingskoning
Peugeot maakte vroeger auto’s die bekendstonden om hun degelijkheid. Vooral de oudere modellen zoals de 504 en 505, en dan vooral de diesels, waren haast niet kapot te krijgen. Maar in de loop der jaren veranderde dat. Met de modellen uit de ‘07’-serie begon de kwaliteit al af te nemen. Eén van de grootste problemen zat in de bedrading, vooral de zogenoemde multiplex-systemen. Die zorgden voor onbetrouwbare signalen in het elektrische systeem.
De Peugeot 308 maakte het nog bonter. Vooral de benzinemotoren uit de THP-serie stonden bekend om veel pech. Problemen met de distributieketting, turbolader en oliegebruik kwamen vaak voor. Daarbij kwamen ook nog allerlei elektronische storingen. De eerste versie van deze auto werd daardoor vaak als onbetrouwbaar ervaren. Pas na een facelift en technische verbeteringen werden de problemen minder.
Volvo XC90 – mooie auto met veel kinderziektes
Volvo stond lang bekend als een veilige en stevige auto. Modellen als de 240 en 940 waren bijna niet stuk te krijgen. Toen Volvo in de jaren 2000 onder de vleugels van Ford viel, kwamen er nieuwe modellen met een modern uiterlijk. De XC90 was de eerste echte SUV van het merk, en hij zag er stoer uit. In Nederland was hij extra populair vanwege belastingvoordelen voor hybride auto’s.
Maar de XC90 had flink wat opstartproblemen. Vooral de hybrideversie (PHEV) kreeg veel klachten. Systemen werkten niet goed samen, elektronische functies vielen uit, en er kwamen allerlei storingen. De auto was te vroeg op de markt gebracht en zat nog vol met kleine fouten. Gelukkig heeft Volvo in de jaren daarna veel verbeterd. De nieuwste versies van de XC90 zijn veel betrouwbaarder.
Ook goede merken kunnen fouten maken
Dit overzicht laat zien dat zelfs de beste merken af en toe een misser maken. Een auto kan er geweldig uitzien en goed rijden, maar toch vol zitten met technische problemen. Vaak is het juist de overgang naar iets nieuws die voor problemen zorgt. Denk aan nieuwe motoren, moderne elektronica of milieuvriendelijke oplossingen.
Natuurlijk zijn er nog meer voorbeelden te noemen. Misschien heb jij zelf een auto gehad die vaak stukging, terwijl het merk juist een goed imago had. Laat het vooral weten in de reacties. Want ervaringen van anderen helpen ook weer nieuwe kopers op weg. Eén ding is in elk geval duidelijk: zelfs de meest betrouwbare merken zijn niet perfect.
Bron: TopGear