Als iemand overlijdt voordat hij de AOW-leeftijd bereikt, hebben de nabestaanden geen recht op de AOW. Het werkgeverspensioen en eventueel opgebouwd aanvullend pensioen bij een bank of beleggingsfonds hanteren echter andere regels. Nabestaanden kunnen onder bepaalde voorwaarden wel recht hebben op een deel van het werkgeverspensioen. Het spaargeld dat iemand heeft, valt onder het testament en wordt verdeeld volgens de wensen die daar zijn vastgelegd.
Nabestaandenpensioen: uitkering aan partner en kinderen
Het nabestaandenpensioen is bedoeld voor de (ex-)partner en wordt ook wel partnerpensioen genoemd. Dit pensioen krijgt de partner als de ander overlijdt, ook als dit gebeurt vóór de pensioenleeftijd. De rechten op dit pensioen kunnen verschillen per pensioenfonds. Zo kunnen sommige fondsen vereisen dat er een huwelijk, geregistreerd partnerschap of notarieel samenlevingscontract was. Ook ex-partners kunnen soms recht hebben op dit pensioen, afhankelijk van de opbouwperiode tijdens de relatie. Dit wordt dan bijzonder partnerpensioen genoemd.
Voor kinderen is er het wezenpensioen. Dit is bedoeld voor minderjarige kinderen van de overledene en biedt financiële ondersteuning. De hoogte van het nabestaandenpensioen is meestal een percentage van het ouderdomspensioen dat de overledene zou hebben ontvangen en komt vaak neer op ongeveer 50 procent van het laatst verdiende loon.
Belang van begrijpen van pensioenrechten
Het is cruciaal voor zowel werknemers als hun families om goed te begrijpen hoe hun pensioen is geregeld en wat de consequenties zijn van een vroegtijdig overlijden. Dit helpt bij het maken van gedegen financiële beslissingen en zorgt voor een zekere toekomst voor de nabestaanden. Het plannen van je pensioen en het overleggen met een pensioenadviseur kan helpen om duidelijkheid te krijgen over deze belangrijke kwesties.
Bron: Margriet