De prijzen van bekende A-merken stijgen de laatste tijd flink. Uit een recente prijsvergelijking van de Consumentenbond blijkt dat deze merken veel sneller duurder worden dan goedkopere alternatieven. Ook tussen verschillende supermarkten zijn de verschillen groot. Waarom worden die bekende merken zoveel duurder? En hoe komt het dat dezelfde producten bij de ene supermarkt veel meer kosten dan bij de andere?
Waarom stijgen A-merken sneller in prijs?
Supermarkten mogen zelf bepalen wat een product kost. Ze kijken goed naar hun eigen strategie en het verschil tussen dure A-merken en goedkopere huismerken. Volgens retailexpert Erik Hemmes doen ze dat bewust. “Sommige supermarkten maken A-merken juist duurder, zodat hun eigen producten aantrekkelijker lijken, omdat die goedkoper zijn.”
Dat is slim, want supermarkten verdienen meestal meer aan hun eigen merken. Ze hoeven geen geld af te staan aan een bekend merk en kunnen de productie vaak goedkoper regelen. Omdat A-merken steeds duurder worden, breiden supermarkten hun huismerken steeds verder uit. Daardoor zie je steeds meer producten onder het eigen label van de supermarkt, zoals Albert Heijn of Lidl.
Grote prijsverschillen tussen supermarkten
Niet alleen tussen merken, maar ook tussen supermarkten zitten flinke prijsverschillen. De Consumentenbond ontdekte dat de prijzen van A-merken gemiddeld met 11 procent zijn gestegen. Maar bij sommige supermarkten ging dat minder hard, met een stijging van 6 tot 7 procent. Vooral bij winkels als Dirk, Hoogvliet en Vomar zijn A-merken gemiddeld goedkoper dan bij anderen.
In Nederland zijn veel aanbiedingen en acties. Dat speelt volgens Hemmes ook een rol. Jumbo bijvoorbeeld richtte zich eerst vooral op ‘elke dag lage prijzen’, met weinig tijdelijke aanbiedingen. Maar nu veranderen ze dat beleid. Ze doen steeds vaker 1+1-acties en andere kortingen op A-merken.
Zo lijkt het alsof het verschil tussen dure en goedkope merken groter is dan het daadwerkelijk is. Die prijsverschillen maken huismerken aantrekkelijker, en dat zorgt ervoor dat mensen eerder voor het goedkopere alternatief kiezen. Op die manier sturen supermarkten je gedrag.
Daarnaast proberen supermarkten meer winst te maken. Ze kijken daarom goed naar welke producten duurder kunnen worden, ook als het populaire producten zijn zoals cola. Zelfs bij spullen waarvan je zou denken dat ze altijd hetzelfde kosten, kunnen de prijzen dus flink verschillen.
Wat kun je als consument doen?
Als klant kun je zelf ook iets doen om de kosten laag te houden. Volgens Hemmes begint het bij minder kopen. “We kopen en eten vaak meer dan nodig is. Als je alleen koopt wat je echt nodig hebt, geef je automatisch minder uit.”
Ook loont het om goed op aanbiedingen te letten. Als je een product echt nodig hebt en het is in de aanbieding, dan kun je flink besparen. Maar let wel op: koop geen onnodige dingen omdat ze goedkoop zijn. Vier pakken koekjes voor de prijs van twee klinkt aantrekkelijk, maar je eet ze waarschijnlijk sneller op. Bij producten die je niet opeet – zoals wc-papier of schoonmaakmiddel – zijn aanbiedingen wel vaak een goede deal.
Verder is het slim om jezelf af te vragen of je echt een A-merk nodig hebt. In veel gevallen is een huismerk net zo goed. De ingrediënten zijn vaak vergelijkbaar, maar de prijs ligt een stuk lager. Je betaalt bij A-merken vaak vooral voor de naam en de reclame. Veel mensen hebben geen idee hoeveel verschil er zit tussen die prijzen, maar als je goed kijkt, kun je daar echt veel op besparen.
Extra informatie: Wat maakt A-merken zo duur?
A-merken investeren veel geld in marketing, reclamecampagnes en het bouwen van een ‘sterk’ merk. Denk aan reclames op tv, sportevenementen of bekende gezichten die een product aanprijzen. Die kosten moeten ergens terugverdiend worden – en dat gebeurt via de verkoopprijs. Ook betaal je vaak voor de uitstraling: mooiere verpakkingen, speciale edities of nieuwe smaken.
Daarnaast hebben fabrikanten van A-merken vaak vaste afspraken met supermarkten over hoeveel ruimte hun producten krijgen in de schappen. Die onderhandelingen zijn ingewikkeld en kosten geld. Die kosten worden uiteindelijk ook in de prijs verwerkt.
Hoe doen huismerken dat anders?
Huismerken hebben die extra kosten vaak niet. Ze maken geen dure reclames en gebruiken eenvoudigere verpakkingen. Soms worden ze zelfs geproduceerd in dezelfde fabrieken als de A-merken, maar dan zonder het dure label. Omdat er minder tussenpartijen zijn, blijft er meer winst over voor de supermarkt en kunnen ze het product goedkoper aanbieden.
Een goed voorbeeld is Aldi of Lidl: zij verkopen bijna alleen maar huismerken en zijn daardoor vaak goedkoper dan supermarkten die veel A-merken in de schappen hebben liggen. Ook zie je dat supermarkten als Albert Heijn en Jumbo hun assortiment aan huismerken uitbreiden, zoals “AH Basic” of “Jumbo Huismerk”.
Wat kun je concreet doen in de winkel?
Hier wat praktische tips:
Maak een boodschappenlijstje en houd je eraan. Zo voorkom je dat je onnodige dingen koopt.
Vergelijk de kiloprijs of literprijs. Dat helpt om echt goed te kunnen vergelijken tussen merken en verpakkingen.
Kijk onderin het schap. Goedkopere producten staan vaak lager, terwijl dure merken op ooghoogte staan.
Kies bewust je supermarkt. Sommige winkels zijn structureel goedkoper dan andere, zeker voor A-merken.
Als je deze tips toepast, kun je flink besparen – zonder dat je veel hoeft in te leveren op kwaliteit.
Bron: radar