Wie vanaf 1 januari 2026 de auto pakt, zal dieper in de buidel moeten tasten bij het tanken. Veel automobilisten hadden gehoopt dat de overheid de tijdelijke accijnskorting volledig zou verlengen, maar dat gebeurt niet. De korting blijft wel bestaan, alleen in een kleinere vorm. Dat betekent dat de prijzen aan de pomp opnieuw omhooggaan.

De verhoging raakt iedereen die regelmatig rijdt. De maatregel heeft directe gevolgen voor het huishoudbudget van miljoenen Nederlanders. Waarom heeft de overheid dit besloten, en wat merk jij ervan in de praktijk?
Accijnsverhoging per 1 januari 2026
De afgelopen jaren hield de overheid de accijns op brandstof bewust lager om de hoge kosten voor automobilisten te beperken. Die tijdelijke maatregel werd ingevoerd toen de brandstofprijzen door internationale omstandigheden sterk stegen. Nu de overheid extra inkomsten nodig heeft, is besloten de korting deels terug te draaien.
De Tweede Kamer heeft ingestemd met een voorstel van de ChristenUnie om de korting te verkleinen. Hierdoor stijgt de accijns op benzine met 5,5 cent per liter. Waar je nu ongeveer 79 cent accijns betaalt per liter benzine, wordt dat vanaf 2026 ongeveer 84 cent. Voor diesel stijgt de accijns met 3,6 cent per liter, en bij LPG met 1,3 cent.
Deze stijging is geen nieuwe belasting, maar een vermindering van de korting die eerder werd ingevoerd. In feite keren de accijnzen dus deels terug naar het oude niveau van vóór de verlaging.
Hogere kosten voor automobilisten
Wat betekent dit voor jouw portemonnee? Stel dat je wekelijks 40 liter benzine tankt, dan ben je per tankbeurt ongeveer 2 euro extra kwijt. Op maandbasis komt dat neer op zo’n 8 tot 10 euro meer. Voor mensen die veel rijden, kan dat bedrag flink oplopen.

De exacte kosten hangen natuurlijk ook af van de olieprijs, die sterk kan schommelen. In 2025 lag de gemiddelde benzineprijs tussen 1,86 en 1,98 euro per liter. Een kleine stijging in de olieprijs kan het verschil in accijns nog groter maken.
Voor wie dagelijks met de auto naar het werk rijdt, kan deze verhoging voelbaar zijn. Volgens berekeningen van vakbond CNV kunnen sommige werkenden wel 50 euro per maand extra kwijt zijn aan brandstof. Vooral mensen in landelijke gebieden, waar het openbaar vervoer beperkt is, worden hierdoor geraakt.
Waar gaat het extra geld naartoe?
De overheid heeft aangegeven dat het geld dat vrijkomt door deze accijnsverhoging niet zomaar verdwijnt in de staatskas. Het wordt gebruikt om bezuinigingen op het openbaar vervoer te voorkomen. Brancheorganisatie OV-NL noemt dat goed nieuws, omdat veel vervoersbedrijven al langere tijd kampen met financiële tekorten.
Het kabinet wil met deze maatregel voorkomen dat er minder treinen en bussen gaan rijden. Extra geld moet helpen om het ov-aanbod op peil te houden, vooral buiten de grote steden. Toch zorgt het besluit ook voor kritiek, omdat de kosten voor autorijders stijgen terwijl niet iedereen de trein of bus als alternatief kan gebruiken.
Vakbond CNV noemt het besluit “teleurstellend” voor werkenden die afhankelijk zijn van hun auto. Zij zien hun maandelijkse reiskosten flink stijgen zonder dat er een duidelijke compensatie tegenover staat. Volgens de bond pakt het beleid oneerlijk uit voor mensen die geen keuze hebben tussen de auto of het ov.

Grote prijsverschillen tussen tankstations
Hoewel de prijsstijging onvermijdelijk is, kunnen automobilisten nog wel zelf invloed uitoefenen op wat ze betalen aan de pomp. De locatie waar je tankt maakt namelijk een groot verschil. Langs de snelweg liggen de prijzen vaak tientallen centen hoger dan bij tankstations in dorpen of op industrieterreinen.
Onbemande tankstations zijn meestal het goedkoopst. Het prijsverschil tussen het duurste en goedkoopste tankstation in Nederland kan oplopen tot wel 55 cent per liter. Dat betekent dat een beetje slim tanken je per jaar tientallen euro’s kan besparen.
Er bestaan verschillende apps en websites waarmee je eenvoudig de goedkoopste pomp in je buurt kunt vinden. Een paar kilometer omrijden lijkt misschien onhandig, maar kan op de lange termijn flink schelen in kosten. Wie vooruit plant, kan de verhoging deels compenseren door bewuster te tanken.
Slim omgaan met stijgende brandstofprijzen
De accijnsverhoging is een feit, maar je kunt wel proberen de schade te beperken. Overweeg bijvoorbeeld vaker samen te rijden naar het werk of gebruik te maken van een tankpas met korting. Ook het onderhouden van je auto helpt: een goed opgepompte band en regelmatig onderhoud verlagen het verbruik.

Daarnaast kun je kijken naar alternatieven. Steeds meer mensen kiezen voor hybride of elektrische auto’s, vooral omdat de overheid de komende jaren elektrisch rijden blijft stimuleren. Hoewel de aanschaf duurder is, kunnen de lagere energiekosten op termijn aantrekkelijk zijn.
Tot slot is bewust rijgedrag belangrijk. Rustig optrekken, niet onnodig hard rijden en op tijd schakelen zorgen ervoor dat je minder brandstof verbruikt. Kleine gewoontes kunnen zo op jaarbasis tientallen euro’s verschil maken.
Een nieuwe balans tussen autorijden en openbaar vervoer
De hogere accijnzen vanaf 2026 maken autorijden opnieuw duurder. Daarmee probeert de overheid niet alleen geld vrij te maken voor het openbaar vervoer, maar ook automobilisten aan te moedigen om bewuster te reizen. Toch zal de impact vooral voelbaar zijn bij mensen die dagelijks afhankelijk zijn van hun auto.
Voor het ov is het een welkome financiële impuls, maar voor veel forenzen betekent het simpelweg hogere kosten. Wie slim tankt, bewust rijdt en prijsverschillen benut, kan de stijging enigszins opvangen. Maar één ding is duidelijk: vanaf 2026 wordt de pomp weer een stukje pijnlijker voor de portemonnee.
Bron: Geldzaken.nl
