Het was een koude woensdagochtend in november toen ik voor het eerst naar de voedselbank ging. De lucht voelde zwaar, net zoals mijn hart. Ik had de hele nacht wakker gelegen, piekerend over hoe ik het moest aanpakken.
Hoe had ik het zover laten komen? Een jaar geleden had ik een prima leven. Ik werkte in een gezellige boekhandel, kon mijn twee kinderen van 12 en 15 jaar alles geven wat ze nodig hadden, en ik genoot van kleine luxes zoals een etentje buiten de deur of een nieuw boek voor mezelf. Maar dat was voordat alles veranderde.
Een onzekere toekomst na het verlies van mijn baan
Toen de winkel waar ik werkte failliet ging, dacht ik dat ik snel weer iets zou vinden. Ik ben 45, gezond, en heb ervaring zat. Maar elke sollicitatie werd afgewezen. “We zoeken iemand met meer recente ervaring.” Of erger nog: geen reactie. Het voelde alsof ik onzichtbaar was geworden. Na een paar maanden kon ik mijn rekeningen niet meer betalen. Eerst was het alleen de sportschool, daarna mijn telefoonabonnement, en uiteindelijk zelfs de huur.
De schaamte van hulp zoeken
Ik schaamde me dood. Je leest wel eens verhalen over mensen met schulden, maar je denkt altijd dat het jou niet zal overkomen. Toch zat ik daar, aan de keukentafel, met een stapel ongeopende enveloppen. Aanmaningen, herinneringen, en brieven van de deurwaarder. Ik had geen keuze meer. Ik moest hulp zoeken. Maar hulp vragen voelde alsof ik gefaald had, alsof ik geen goede moeder was. Hoe leg je aan je kinderen uit dat er geen geld meer is voor nieuwe schoenen? Dat je ’s avonds spaghetti zonder saus eet omdat je geen geld hebt voor gehakt of groenten?
De eerste stap naar de voedselbank
Toen mijn vriendin Marloes suggereerde om naar de voedselbank te gaan, voelde ik mijn wangen rood worden van schaamte. “Nee, dat is niets voor mij,” mompelde ik. Maar zij bleef aandringen. “Annebel, het is tijdelijk. Het is er om mensen zoals jij te helpen. Dit betekent niet dat je hebt gefaald.” Haar woorden maakten indruk, maar het duurde nog weken voordat ik daadwerkelijk die eerste stap durfde te zetten.
Die ochtend voelde het alsof iedereen naar me keek terwijl ik richting het kleine gebouw liep. Natuurlijk keek niemand, maar dat maakte het niet minder ongemakkelijk. Bij de ingang stond een vriendelijke vrouw met een clipboard. Ze stelde zich voor als Maria en legde geduldig uit hoe alles werkte. Haar glimlach was warm en oprecht, maar ik kon haar nauwelijks aankijken. Ik was bang dat ze door me heen kon kijken, mijn schaamte en onzekerheid kon voelen.
Ontmoetingen met lotgenoten
Binnen waren er andere mensen. Ouderen, jonge gezinnen, en mensen zoals ik. Ze waren bezig hun tassen te vullen met wat er beschikbaar was: brood, blikgroenten, en af en toe iets speciaals zoals een pak koekjes of een pot pindakaas. Ik pakte mijn tas en begon langs de tafels te lopen. Bij elk item dat ik in mijn tas deed, voelde ik een knoop in mijn maag.
Ik hoorde een vrouw tegen haar dochter zeggen: “Kijk eens, er zijn mandarijntjes vandaag!” Haar enthousiasme raakte me meer dan ik had verwacht. Het was zo simpel en tegelijk zo hartverscheurend. Ik realiseerde me dat ik niet alleen was in mijn situatie. Iedereen hier had zijn eigen verhaal, zijn eigen strijd. Misschien schaamden zij zich ook. Misschien vonden zij het ook moeilijk om hier te zijn. Maar ze waren er. Net als ik.
Een onverwacht gesprek met mijn dochter
Toen ik thuiskwam, vroeg mijn jongste dochter, Lisa, waar ik was geweest. Even overwoog ik om te liegen. “Gewoon even boodschappen doen,” wilde ik zeggen. Maar ik koos voor de waarheid. “Ik ben naar de voedselbank geweest,” zei ik zacht. Ze keek me even aan, knikte, en vroeg toen of we de koekjes die ik had meegenomen mochten proeven. Geen oordeel, geen schaamte. Gewoon een praktische vraag. Kinderen zijn soms zoveel sterker dan volwassenen.
Een moment van opluchting aan de eettafel
Die avond zaten we aan tafel met een maaltijd die ik volledig had samengesteld met wat ik die ochtend had gekregen. Terwijl ik de dampende pannenkoeken serveerde, voelde ik me voor het eerst in weken iets lichter. Nee, dit was niet hoe ik het leven voor mijn kinderen had voorgesteld. Maar ze hadden gegeten, gelachen, en ze waren gelukkig. Misschien was dat genoeg voor nu.
Heb jij hier ervaring mee of tips voor Annebel? Laat het ons weten in de comments op Facebook.