Iedereen wordt ouder, of je dat nu leuk vindt of niet. Sommige mensen merken het aan hun grijze haren, anderen aan hun rug die wat vaker kraakt. Maar wanneer kun je eigenlijk zeggen dat iemand écht oud is? Daar heeft de wetenschap wel een idee over, al is het niet zo zwart-wit als je misschien denkt.
Oud voelen is iets heel persoonlijks
Veel mensen herkennen het gevoel dat ouder worden soms ineens lijkt te gaan. De ene dag voel je je jong, energiek en vol plannen, en de volgende dag lijkt het alsof je lichaam ineens protesteert. Je wordt stijf wakker, zucht vaker bij het opstaan en denkt met weemoed terug aan hoe makkelijk alles vroeger ging. Toch zegt leeftijd op papier niet alles. Iemand van 60 kan zich jonger voelen dan iemand van 30, en dat heeft veel te maken met hoe je in het leven staat.
De schrijfster van het oorspronkelijke verhaal vertelt dat ze pas 31 is, maar al grijze haren heeft en zich soms voelt als een oude vrouw. Ze werd zelfs een keer 40 geschat door een onbekende man, iets waar ze niet echt blij mee was. Toch vroeg ze zich af of die man dat echt negatief bedoelde. Want wat is oud eigenlijk? Wanneer bereik je het punt dat mensen je écht oud vinden?
De wetenschap over ouder worden
Om te begrijpen wanneer iemand oud genoemd kan worden, kijken wetenschappers niet alleen naar leeftijd. Verouderingsexpert Martijn Huisman van het Amsterdam UMC en de Vrije Universiteit doet al jaren onderzoek naar ouderdom. Volgens hem is ouder worden niet alleen iets wat je aan de buitenkant ziet, maar ook iets wat te maken heeft met hoe mensen zichzelf zien en welke rol ze in de maatschappij hebben.
Hij legt uit dat het soms nuttig is om een objectieve maatstaf te hebben voor ouderdom, bijvoorbeeld om beleid te maken. Toch blijft het lastig, want iedereen beleeft ouder worden op een andere manier. Huisman maakt in zijn onderzoek een duidelijk onderscheid tussen twee fases van ouderdom: de derde en de vierde leeftijd.
De derde en de vierde leeftijd
De derde leeftijd begint meestal rond het moment dat iemand met pensioen gaat. In deze fase hebben mensen vaak meer vrije tijd en kunnen ze doen waar ze zin in hebben. Ze zijn lichamelijk nog redelijk fit en leven actief. Denk aan reizen, vrijwilligerswerk doen of tijd doorbrengen met kleinkinderen.
De vierde leeftijd begint pas later, wanneer iemand niet meer alles zelfstandig kan. In deze fase wordt het lichaam zwakker en ben je vaak afhankelijk van hulp van anderen. Eenvoudige dingen zoals aankleden, koken of boodschappen doen gaan dan niet meer vanzelf. Dat is de periode waarin iemand volgens onderzoekers écht oud wordt genoemd.
Onderzoek naar de leeftijd waarop we oud zijn
In Duitsland is er eerder onderzoek gedaan naar de vraag vanaf welke leeftijd mensen zichzelf of anderen oud vinden. Daaruit bleek dat de meeste mensen die grens rond de 74 jaar leggen. Toch verschilt dat per generatie. Mensen die vroeger al met 60 als oud werden gezien, worden tegenwoordig vaak nog als vitaal beschouwd. De levensverwachting is gestegen, en mensen blijven langer actief en gezond.
De onderzoekers merkten wel op dat die verschuiving steeds kleiner wordt. Waar vroeger elke nieuwe generatie zichzelf veel jonger vond dan de vorige, is dat verschil nu minder groot. De meeste mensen vinden tegenwoordig dat je pas echt oud bent rond je 74ste verjaardag.
Oud is niet alleen een getal
Hoewel wetenschappers graag cijfers noemen, draait ouder worden niet alleen om leeftijd. Veel belangrijker is hoe iemand zich voelt en functioneert. Iemand die nog zelfstandig leeft, geniet van het leven en actief bezig is, voelt zich meestal niet oud. Ouder worden is dan iets natuurlijks, geen beperking.
Andersom kun je ook op jonge leeftijd het gevoel hebben dat je ouder wordt, bijvoorbeeld door stress, vermoeidheid of gezondheidsproblemen. De manier waarop je leeft en denkt, bepaalt dus vaak meer dan het aantal jaren dat je telt.
Je bent zo oud als je je voelt
De bekende uitspraak ‘je bent zo oud als je je voelt’ klopt eigenlijk heel goed. Oud worden is niet iets dat van de ene op de andere dag gebeurt. Het is een geleidelijk proces dat bij iedereen anders verloopt. Als je nog zelf je dagelijkse dingen kunt doen, zoals wandelen, lezen of fietsen, dan ben je volgens de wetenschap nog niet echt oud.
Zelfs als je af en toe een stijve rug hebt of je bril nodig hebt om de kleine lettertjes te lezen, hoort dat gewoon bij het ouder worden. Zolang je je leven kunt leiden zoals je wilt, ben je in feite nog jong van geest.
Ouder worden is niet negatief
Veel mensen hebben een negatief beeld van ouder worden, terwijl het ook iets moois kan zijn. Oudere mensen hebben vaak meer levenservaring, weten beter wat ze willen en kunnen meer relativeren. Je hoeft niet meer alles te bewijzen en kunt genieten van wat je hebt bereikt.
Volgens onderzoekers is het belangrijk dat we anders leren kijken naar ouderdom. Het is geen eindpunt, maar een nieuwe fase waarin je nog steeds kunt groeien en genieten. Je bent niet oud omdat je rimpels hebt, maar pas oud als je het opgeeft om nieuwe dingen te beleven.
Wat echt telt bij ouder worden
Leeftijd is uiteindelijk maar een cijfer. Wat echt telt, is hoe je leeft, denkt en voelt. Gezonde voeding, genoeg beweging en sociale contacten helpen om je jong te blijven voelen. Mensen die actief blijven, zowel mentaal als fysiek, ervaren ouder worden vaak als iets positiefs.
Dus of je nu 31, 60 of 80 bent, oud zijn is niet iets wat vaststaat. Het is een gevoel dat bij iedereen anders is. En zolang je elke dag iets hebt om naar uit te kijken, ben je volgens de wetenschap eigenlijk nog lang niet oud.
Bron: Margriet