Elke vrouw krijgt er ooit mee te maken: de overgang. Veel mensen denken dat de klachten pas rond je vijftigste beginnen. Maar in werkelijkheid kunnen de eerste signalen al vanaf je veertigste levensjaar opduiken. De overgang bestaat uit verschillende fases. De eerste fase heet de peri-menopauze en die kan flink wat veranderingen met zich meebrengen.
In deze beginperiode kun je al klachten ervaren, ook als je menstruatie nog gewoon regelmatig is. Veel vrouwen zijn verrast wanneer ze ineens last krijgen van vage symptomen die ze niet direct kunnen plaatsen. Toch zijn het vaak al de eerste tekenen van de overgang.
De eerste signalen zijn soms lastig te herkennen
Veel vrouwen denken bij overgangsklachten meteen aan opvliegers of zweetaanvallen. Maar de eerste klachten zijn vaak heel anders. Je kunt je bijvoorbeeld prikkelbaar voelen, slecht slapen of sneller moe zijn dan normaal. Ook klachten als pijn in je spieren of gewrichten, gewichtstoename of concentratieproblemen kunnen ineens opduiken.
Sommige vrouwen hebben het gevoel dat ze in een soort mist leven, ook wel ‘brainfog’ genoemd. Dat maakt het lastig om helder na te denken of je gedachten goed te ordenen. Daarnaast komen ook hartkloppingen en stemmingswisselingen vaak voor. Omdat deze klachten ook andere oorzaken kunnen hebben, worden ze niet altijd direct aan de overgang gelinkt.
Je lichaam verandert langzaam van binnen
De overgang is een natuurlijk proces waarbij je hormonen veranderen. Die hormonen regelen veel in je lichaam. Denk aan je temperatuur, je stemming en je energieniveau. Als je jong bent, houdt je lichaam dat allemaal makkelijk in balans. Maar na je veertigste wordt dat steeds moeilijker.

Je lijf moet harder werken om die balans te houden. Dat kan leiden tot allerlei klachten, zowel lichamelijk als mentaal. Je merkt bijvoorbeeld dat je sneller overprikkeld bent, slechter slaapt of minder energie hebt. Dat komt doordat je hormonen steeds minder stabiel worden. Het is niet gevaarlijk, maar wel vervelend.
Zo kun je de klachten zelf verminderen
Gelukkig zijn er dingen die je zelf kunt doen om je beter te voelen. Een gezonde leefstijl helpt echt. Denk aan regelmatig bewegen, gezond eten en genoeg water drinken. Vooral krachttraining is hierbij een goede keuze. Drie keer per week een half uur trainen kan al veel verschil maken.
Voor het sporten is het slim om even rustig op te warmen met lichte oefeningen. En na het sporten is het goed om iets met eiwitten te eten. Dat helpt je spieren herstellen en houdt je sterker. Door goed voor je lichaam te zorgen, kun je de overgangsklachten beter onder controle houden.
Naast beweging en voeding is rust ook belangrijk. Probeer op vaste tijden te slapen en plan voldoende momenten voor jezelf. Stress verergert de klachten vaak, dus zorg dat je ook tijd maakt om te ontspannen.
Vraag hulp als je er zelf niet uitkomt
Soms lukt het niet om de klachten alleen aan te pakken. Je kunt dan het gevoel krijgen dat je vastloopt. In zo’n geval is het verstandig om hulp te zoeken. Er zijn specialisten die veel weten over de overgang en die je op weg kunnen helpen.

Een overgangsconsulent bijvoorbeeld, kan je advies geven dat past bij jouw situatie. Zij kunnen je uitleggen wat er in je lichaam gebeurt en wat je kunt doen om de klachten te verminderen. Ook kunnen ze je doorverwijzen naar een arts of andere deskundige als dat nodig is.
Het is belangrijk om te weten dat je er niet alleen voor staat. Veel vrouwen hebben vergelijkbare klachten en worstelen in stilte. Door erover te praten en hulp te zoeken, kun je je veel beter gaan voelen.
Geef jezelf de tijd en ruimte
De overgang is geen ziekte, maar wel een periode waarin je goed op jezelf moet letten. Gun jezelf de tijd om te wennen aan alle veranderingen. Het is oké om af en toe wat minder energie te hebben of je minder vrolijk te voelen.
Door goed naar je lichaam te luisteren en actie te ondernemen als het nodig is, kun je deze fase van je leven een stuk prettiger doorkomen. Je hoeft je er niet voor te schamen, want elke vrouw maakt dit op haar eigen manier mee.
Zorg goed voor jezelf, wees lief voor jezelf en trek op tijd aan de bel als het je te veel wordt. De overgang hoeft geen zware strijd te zijn als je weet wat er aan de hand is en wat je eraan kunt doen. Je staat er niet alleen voor.
Bron: Libelle

