Iedereen die in Nederland werkt of een inkomen heeft, betaalt inkomstenbelasting. Maar niet iedereen betaalt hetzelfde percentage. Hoe hoger je inkomen, hoe groter het deel dat je aan belasting moet afdragen. Dat komt doordat we in Nederland met verschillende belastingschijven werken. Hoe meer je verdient, hoe verder je opschuift in die schijven. Maar vanaf welk salaris betaal je nu meer belasting in 2026?

Veel mensen vinden de Belastingdienst niet bepaald populair. Je staat je geld tenslotte niet graag af. Toch is belasting betalen onvermijdelijk. Je draagt niet alleen een deel van je loon af, maar ook over spaargeld en beleggingen wordt belasting geheven. Zelfs als je een erfenis ontvangt, kan de Belastingdienst een deel opeisen. Hoeveel je precies betaalt, hangt af van je totale inkomen en vermogen.
De belastingtarieven worden bijna elk jaar aangepast. Dat betekent dat het bedrag waarop je meer belasting gaat betalen, kan verschuiven. Daarom is het belangrijk om te weten wat er in 2026 verandert. Zeker als je inkomen stijgt, is het handig te weten in welke schijf je valt en welk percentage daarbij hoort.
De belastingtarieven in 2025
Om goed te begrijpen wat er verandert, is het handig om eerst te kijken naar de tarieven van 2025. In dat jaar betaalde je over een inkomen tot 38.441 euro een belastingpercentage van 35,82 procent. Wie meer verdiende, kwam in een hogere schijf terecht. Over het deel van je inkomen tussen 38.441 en 76.817 euro betaalde je 37,48 procent belasting. Boven de 76.817 euro liep dat percentage zelfs op tot 49,5 procent.
Hieronder zie je hoe de verdeling er in 2025 uitzag:
| Belastingschijf | Belastbaar inkomen uit werk en woning | Tarief |
|---|---|---|
| 1 | Tot en met 38.441 euro | 35,82 procent |
| 2 | Meer dan 38.441 euro tot en met 76.817 euro | 37,48 procent |
| 3 | Meer dan 76.817 euro | 49,50 procent |
De stijging tussen de schijven lijkt klein, maar kan flink verschil maken. Vooral als je net boven de grens van een nieuwe schijf uitkomt, merk je het verschil meteen op je loonstrook. Veel mensen denken dat ze door een hoger salaris minder overhouden, maar dat klopt niet helemaal. Alleen het deel dat in de hogere schijf valt, wordt zwaarder belast.

De nieuwe schijven en tarieven in 2026
In 2026 worden de grenzen iets aangepast. De percentages veranderen licht, en ook de inkomensgrenzen schuiven op. Wie tot 38.883 euro verdient, blijft in de eerste schijf en betaalt 35,70 procent belasting. Zodra je meer verdient dan dat bedrag, schuif je door naar de tweede schijf. Tussen 38.883 en 79.137 euro geldt een tarief van 37,56 procent. Verdien je meer dan 79.137 euro, dan betaal je opnieuw het hoogste tarief van 49,5 procent.
Hieronder staan de nieuwe cijfers voor 2026 overzichtelijk weergegeven:
| Belastingschijf | Belastbaar inkomen uit werk en woning | Tarief |
|---|---|---|
| 1 | Tot en met 38.883 euro | 35,70 procent |
| 2 | Meer dan 38.883 euro tot en met 79.137 euro | 37,56 procent |
| 3 | Meer dan 79.137 euro | 49,50 procent |
De verschillen met 2025 zijn dus niet enorm, maar ze kunnen toch invloed hebben op je netto inkomen. De grenzen zijn iets verhoogd om rekening te houden met inflatie. Daardoor val je minder snel in een hogere schijf. Toch kan een kleine salarisverhoging ervoor zorgen dat een deel van je inkomen onder een hoger tarief valt.
Het is belangrijk om te weten dat je nooit opeens honderden euro’s minder overhoudt door één euro meer te verdienen. Je betaalt alleen het hogere percentage over het deel dat boven de grens ligt. Dat wordt vaak verkeerd begrepen.
Heffingskortingen kunnen je belasting verlagen
Bij de inkomstenbelasting draait het niet alleen om hoeveel je verdient, maar ook om de kortingen die je krijgt. Deze kortingen kunnen het uiteindelijke bedrag dat je betaalt flink verlagen. De bekendste zijn de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Beide zorgen ervoor dat je minder belasting hoeft te betalen, maar ze worden afgebouwd naarmate je inkomen stijgt.
De arbeidskorting geldt voor iedereen die werkt en een salaris ontvangt. Hoe meer je verdient, hoe hoger de korting – tot een bepaald punt. Vanaf een bepaald inkomen daalt deze korting weer geleidelijk. In 2026 bedraagt de maximale arbeidskorting 5.712 euro. Het afbouwpunt ligt op een belastbaar inkomen van 45.593 euro.

Je werkgever verwerkt deze kortingen meestal automatisch in je loon. Je hoeft daar dus zelf niets voor te doen. Toch is het slim om te weten hoe het werkt, zeker als je meerdere banen hebt of als je zelfstandige bent. De Belastingdienst kijkt namelijk naar je totale inkomen, niet per baan. Daardoor kun je aan het eind van het jaar nog moeten bijbetalen als er te weinig belasting is ingehouden.
Wat betekenen deze veranderingen voor jou?
De meeste mensen zullen in 2026 weinig verschil merken in hun maandelijkse inkomsten. De aanpassingen zijn klein en vooral bedoeld om de tarieven in balans te houden met de loonontwikkeling en inflatie. Toch kan het lonen om even te controleren in welke schijf je valt, vooral als je onlangs opslag hebt gekregen of een nieuwe baan hebt.
Verdien je minder dan 38.883 euro, dan blijf je in de eerste schijf en verandert er weinig voor je. Zit je daar net boven, dan betaal je over dat deel iets meer belasting. Voor hogere inkomens blijft het toptarief van 49,5 procent gelden.
Wie in loondienst is, hoeft meestal niets te doen. De werkgever past de juiste tarieven automatisch toe. Voor zelfstandigen en ondernemers ligt dat anders. Zij moeten zelf hun inkomsten en aftrekposten goed bijhouden, zodat ze niet te veel betalen.
Tot slot blijft het belangrijk om te kijken naar de heffingskortingen. Ook al zijn de verschillen per jaar klein, ze kunnen op de lange termijn invloed hebben op wat je netto overhoudt. Een goede administratie en inzicht in je inkomsten helpen je om vervelende verrassingen bij de belastingaangifte te voorkomen.
Bron: Metro
