Nederlanders bouwen de laatste jaren grotere financiële buffers op, maar veel van dat geld levert nauwelijks iets op. Het grootste deel van het spaargeld staat op gewone rekeningen waar de rente erg laag is. Daardoor lopen veel mensen ongemerkt honderden euro’s aan rente mis. Terwijl sparen populairder wordt, weten veel huishoudens nog steeds niet hoe ze hun geld slimmer kunnen laten groeien.
Nederland telt op dit moment ongeveer 8,4 miljoen huishoudens. In 2024 had een gemiddeld huishouden een spaartegoed van ongeveer 74.500 euro, een recordbedrag. Toch geeft dat gemiddelde een vertekend beeld. Een klein deel van de bevolking bezit namelijk het grootste deel van dat geld. Voor veel andere huishoudens blijft sparen moeilijk. Volgens cijfers van het Nibud spaart 41 procent van de Nederlanders minder dan tien procent van het inkomen. Dat betekent dat bijna de helft van de mensen nauwelijks iets opzijzet voor de toekomst.
De groei van het Nederlandse spaargeld
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laat zien dat het spaarsaldo van Nederlandse huishoudens de afgelopen tien jaar flink is gestegen. In 2014 lag het mediane bedrag aan spaargeld nog op 10.700 euro. In 2024 was dat bedrag opgelopen tot 21.500 euro. Dat is een verdubbeling in slechts tien jaar tijd.
Een belangrijke reden voor die groei is de coronaperiode. In de jaren dat Nederland grotendeels op slot ging, konden mensen minder uitgeven. Er waren nauwelijks vakanties, restaurants waren dicht en evenementen gingen niet door. Daardoor hielden veel huishoudens vanzelf meer geld over. Dat extra geld kwam terecht op spaarrekeningen. Hoewel die tijd voor velen zwaar was, zorgde het wel voor een stevigere financiële basis.
Toch waarschuwen financiële experts dat meer spaargeld niet automatisch betekent dat mensen financieel slimmer omgaan met hun geld. Veel spaarders laten hun geld op gewone rekeningen staan, waar nauwelijks rente op wordt uitgekeerd. Daardoor groeit hun vermogen nauwelijks, terwijl de inflatie de waarde van dat spaargeld langzaam laat dalen.
Hoeveel spaargeld heb je eigenlijk nodig?
Volgens het Nibud is het verstandig om elke maand minimaal tien procent van je netto-inkomen te sparen. Op die manier bouw je niet alleen een buffer op, maar werk je ook richting persoonlijke spaardoelen. Denk aan een nieuwe auto, een verbouwing of een vakantie.
Het advies van het Nibud is om een noodreserve te hebben tussen de 9.000 en 12.400 euro. Voor een alleenstaande is 9.000 euro voldoende om onverwachte kosten op te vangen, zoals een kapotte wasmachine of auto. Voor een gezin met twee kinderen ligt dat bedrag iets hoger. Met zo’n reserve voorkom je dat je in de problemen komt bij tegenslagen.
Veel mensen overschatten echter hoeveel spaargeld ze echt nodig hebben. Ze laten grote bedragen op een gewone rekening staan “voor het geval dat”, zonder dat dit geld iets oplevert. Het gevolg is dat hun spaargeld elk jaar minder waard wordt, terwijl er eenvoudige manieren zijn om er meer mee te doen.
Lage rente op spaarrekeningen
Volgens De Nederlandsche Bank staat ruim driekwart van alle Nederlandse spaargelden op vrij opneembare rekeningen. Dat betekent dat mensen hun geld elk moment kunnen gebruiken, maar daar staat tegenover dat de rente extreem laag is. Ook staat er meer dan 112 miljard euro gewoon op betaalrekeningen, waar vaak helemaal geen rente over wordt vergoed.
Nederlandse banken blijven al jaren achter bij de rest van Europa als het gaat om spaarrentes. Dat komt vooral door het gebrek aan concurrentie. Grote banken zoals ING, Rabobank en ABN Amro domineren de markt. Omdat klanten vaak niet overstappen, hebben banken weinig reden om hun rente te verhogen.
Martijn Blom, marketingmanager bij DHB Bank, geeft aan dat veel mensen hierdoor kansen laten liggen. Volgens hem zouden meer Nederlanders kunnen profiteren van hogere rente als ze kiezen voor een spaardeposito. Bij deze spaarvorm zet je geld vast voor een bepaalde tijd, meestal één of meerdere jaren. In ruil daarvoor krijg je een hogere rente dan op een gewone spaarrekening.
Blom benadrukt wel dat een deposito niet voor iedereen geschikt is. Als je het geld tussentijds nodig hebt, kun je het niet zomaar opnemen. De rente staat vast, waardoor je niet profiteert van eventuele stijgingen in de markt. Voor wie zijn spaargeld tijdelijk kan missen, is het echter een veilige manier om meer rendement te halen. Er bestaan ook flexibele deposito’s die meebewegen met de marktrente, zodat je wat meer vrijheid hebt.
Slim sparen: binnen- en buitenland
Volgens Blom is het verschil tussen een buffer opbouwen en echt sparen groot. Veel Nederlanders bouwen wel een reserve op, maar laten hun geld daarna stilstaan. Dat is zonde, want dat geld kan meer opleveren als het slim wordt belegd of vastgezet.
Een gemiddeld huishouden kan volgens Blom makkelijk honderden euro’s extra verdienen door geld op een deposito te zetten. De meeste mensen weten niet hoeveel rente ze mislopen. Voor velen is het een gemiste kans.
Een andere mogelijkheid is sparen bij buitenlandse banken. In landen als België, Frankrijk en Zweden liggen de spaarrentes vaak 1 tot 1,5 procent hoger dan in Nederland. Sommige Europese banken bieden zelfs tot 3 procent rente aan. Steeds meer Nederlanders openen daarom rekeningen in het buitenland, vaak via online platforms die het proces eenvoudig maken.
Onderzoek van Overstappen.nl laat zien dat een Nederlands huishouden in tien jaar tijd tot 8.000 euro extra kan verdienen door te sparen bij Europese banken. Dat verschil kan flink oplopen, zeker als je een groot bedrag hebt staan.
Toch zijn er ook nadelen aan sparen in het buitenland. De regels verschillen per land, en niet alle buitenlandse banken vallen onder het Nederlandse garantiestelsel. Dat betekent dat je goed moet opletten bij wie je je geld onderbrengt. Daarnaast kunnen wisselkoersverschillen en administratieve kosten een rol spelen. Voor veel mensen is dat een reden om hun geld liever dichtbij huis te houden.
Meer bewust omgaan met je spaargeld
Het is duidelijk dat Nederlanders steeds beter worden in sparen, maar nog niet altijd slim omgaan met hun spaargeld. De meeste mensen hebben inmiddels een buffer, maar laten dat geld grotendeels stil liggen. Door iets actiever met spaargeld om te gaan, kunnen huishoudens meer rendement halen zonder grote risico’s te nemen.
Een paar simpele stappen kunnen al verschil maken. Vergelijk regelmatig spaarrentes, kijk of een deposito bij je past, en overweeg om een deel van je geld bij een buitenlandse bank te stallen. Zo maak je van je spaargeld meer dan alleen een noodpotje.
Sparen is goed, maar slim sparen is beter. Wie zijn geld verstandig verdeelt en de mogelijkheden kent, haalt meer uit zijn vermogen – zonder onnodig risico. Dat is precies wat veel Nederlandse huishoudens nog kunnen verbeteren.
Bron: Metro
