Goed nieuws voor iedereen die in loondienst werkt. Vanaf 2026 blijft er meer geld over van je salaris. Dat betekent dat werknemers netto meer verdienen, oftewel een hoger bedrag op hun rekening ontvangen aan het einde van de maand. De stijging komt voort uit een aanpassing in het Belastingplan 2026, dat door het kabinet is gewijzigd na vragen uit de Tweede Kamer.

De wijziging werd ingediend nadat er zorgen waren geuit over de koopkracht van mensen met een minimumloon. Tijdens Prinsjesdag was al duidelijk geworden dat sommige groepen weinig zouden profiteren van de toen voorgestelde plannen. Met de nieuwe aanpassing wil het kabinet ervoor zorgen dat iedereen, ongeacht inkomen, iets meer overhoudt.
Wat betekent dit voor jouw loon in 2026?
HR- en salarisdienstverlener Youforce heeft de cijfers opnieuw doorgerekend op basis van de aangepaste plannen. Uit deze berekening blijkt dat werkenden met een modaal inkomen, wat neerkomt op een bruto maandsalaris van 3875 euro, vanaf 1 januari 2026 netto ongeveer 34,67 euro extra per maand ontvangen. Dat bedrag lijkt misschien klein, maar op jaarbasis komt dat neer op ruim 415 euro meer te besteden.
Wie twee keer modaal verdient, oftewel een bruto salaris van 7750 euro per maand, krijgt naar verwachting 37,17 euro extra op de rekening. Ook dat is een merkbare stijging. Het kabinet wil met deze wijziging vooral laten zien dat werken meer moet lonen. Het doel is om mensen die nu moeite hebben om rond te komen iets meer financiële ruimte te geven.
Deze aanpassingen maken onderdeel uit van het Belastingplan 2026 en moeten nog worden goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer. Pas als beide instemmen, worden de wijzigingen officieel doorgevoerd. Toch is de verwachting groot dat de plannen worden aangenomen, omdat ze brede steun hebben gekregen.

Stijging van het minimumloon
Ook mensen die het minimumloon verdienen, profiteren van de nieuwe plannen. In 2026 stijgt hun nettosalaris, waardoor zij maandelijks iets meer overhouden. De hoogte van de stijging hangt af van het aantal werkuren per week.
Voor mensen die 20 uur per week werken tegen het minimumloon, betekent dit dat hun nettoloon met 13,67 euro stijgt. Ze ontvangen dan ongeveer 1222,09 euro per maand. Wie 36 uur per week werkt, gaat er 12,75 euro op vooruit en ontvangt een netto maandsalaris van 2146,13 euro.
Bij een werkweek van 38 uur stijgt het nettosalaris met 12,42 euro tot 2229,82 euro. En voor mensen die 40 uur per week werken, betekent dit een stijging van 19,16 euro per maand. Hun netto inkomen komt daarmee uit op 2311,16 euro. Deze cijfers zijn gebaseerd op het verwachte bruto minimumloon van 2025 en kunnen nog iets veranderen, afhankelijk van pensioenpremies en andere aanpassingen.
Hoewel de bedragen misschien bescheiden lijken, maken ze in de praktijk toch verschil, vooral voor mensen die moeite hebben om rond te komen. De overheid hoopt met deze stijgingen de koopkracht van lagere inkomens te verbeteren en meer financiële stabiliteit te bieden.
Hulp voor gezinnen met een krap budget
Volgens Stefan Op de Woerd, Managing Director bij Youforce, is de aanpassing een stap in de juiste richting. “Het is goed dat het kabinet het belastingplan heeft bijgesteld, zodat mensen met een minimumloon er niet op achteruitgaan maar juist iets vooruit,” zegt hij.

Hij vertelt dat de berekeningen van Youforce een belangrijke rol hebben gespeeld bij het stellen van Kamervragen over dit onderwerp. “Onze doorrekeningen hebben geholpen om inzicht te geven in de gevolgen van het oorspronkelijke plan. Mede daardoor ligt er nu een wijziging op tafel,” aldus Op de Woerd.
Hij benadrukt dat de aanpassing vooral bedoeld is om financieel kwetsbare gezinnen wat ademruimte te geven. “We zien dat veel huishoudens elke euro moeten omdraaien. In zo’n tijd zijn dit soort aanpassingen hard nodig om mensen meer zekerheid te bieden.”
Daarnaast wijst hij erop dat Youforce een handige tool aanbiedt waarmee mensen zelf kunnen berekenen wat hun nettosalaris volgend jaar zal zijn. “Met onze Salarissimulator kun je precies zien wat je in 2026 op je rekening krijgt, gebaseerd op je persoonlijke situatie,” legt hij uit.
Kleine stijging, groot verschil
Hoewel de bedragen op het eerste gezicht niet enorm lijken, kunnen ze voor veel huishoudens een groot verschil maken. Zeker in tijden waarin boodschappen, energie en woonlasten duurder zijn geworden, telt elke euro. Voor gezinnen met kinderen of alleenstaanden met een laag inkomen betekent dit extra geld een stukje verlichting.
De verwachting is dat de belastingdruk voor werkenden iets lager wordt. Hierdoor blijft er meer loon over, zonder dat werkgevers extra loonkosten maken. Het kabinet wil met deze maatregel niet alleen de koopkracht verbeteren, maar ook mensen stimuleren om te blijven werken.

Economische experts benadrukken dat kleine loonsverhogingen vaak een groter effect hebben dan verwacht. Mensen die meer overhouden, geven dat geld sneller uit aan dagelijkse uitgaven, wat weer goed is voor de economie.
Voor werknemers met hogere inkomens verandert er minder, maar ook zij profiteren van een kleine stijging in hun nettoloon. Voor bedrijven blijven de loonkosten nagenoeg gelijk, waardoor deze aanpassing geen grote financiële druk oplevert.
Een stap richting meer koopkracht
Met de aanpassing van het Belastingplan 2026 probeert het kabinet te laten zien dat het de zorgen over de koopkracht serieus neemt. Veel Nederlanders maken zich al langere tijd zorgen over stijgende kosten en dalende koopkracht. Deze maatregel moet die druk iets verlichten.
Het blijft nog even afwachten tot de plannen officieel zijn goedgekeurd. Toch is de algemene stemming positief. Werkenden, vooral met een laag of modaal inkomen, kunnen zich alvast verheugen op een kleine maar merkbare verbetering van hun financiële situatie in 2026.
Samengevat: vanaf januari 2026 houden werknemers, ongeacht hun inkomen, maandelijks meer over. Voor sommigen is het een paar tientjes extra, maar dat kan net het verschil maken tussen zorgen maken of even op adem komen. Het is een stap in de richting van meer koopkracht en iets meer financiële rust voor veel huishoudens in Nederland.
Bron: Metro
