Veel mensen hoorden al dat zorgpremies gelijk blijven of zelfs wat lager worden. Nu blijkt dat er nog een financiële meevaller aankomt. Grote kans dat je energierekening in 2026 ook daalt. Volgens ING Research gaan huishoudens met een gemiddeld verbruik ongeveer vier procent minder betalen voor gas en stroom. Voor sommige groepen kan de daling zelfs nog groter zijn. Dat zorgt voor meer lucht in de portemonnee en geeft veel mensen een rustiger gevoel over hun maandlasten.

De onderzoekers van ING zien meerdere redenen voor de verwachte daling. Ze noemen onder andere de internationale ontwikkelingen en plannen voor meer duurzame energie. Deze factoren hebben invloed op de prijzen van gas en elektriciteit. Vooral het grotere aanbod van vloeibaar gas speelt daarbij een belangrijke rol. Steeds meer landen breiden de opslag en transport van vloeibaar gas uit. Dat gas kan met schepen worden vervoerd en bereikt daardoor makkelijk nieuwe markten. Door dat grotere aanbod wordt gas op de wereldmarkt minder schaars, en dat helpt bij het verlagen van de prijzen voor consumenten.
Hoe de energierekening in 2026 lager kan uitvallen
Veel mensen vragen zich af waarom de energierekening daalt terwijl je overal hoort dat belastingen stijgen. Dat klinkt tegenstrijdig, maar het zit anders. Het belangrijkste deel van de daling komt door lagere variabele leveringstarieven. Dat zijn de kosten die je betaalt per verbruikte eenheid gas of elektriciteit. Als die kosten dalen, merk je dat meteen op je maandelijkse factuur. Dat effect is zo groot dat het de stijgende vaste kosten compenseert.
De vaste kosten bestaan uit transport, netbeheerkosten en andere vaste onderdelen van de rekening. Die worden in 2026 inderdaad iets hoger. Ook de belasting op gas stijgt opnieuw. Toch blijft je totale rekening lager omdat het grootste gedeelte van je maandlasten bestaat uit de variabele kosten. Verbruik je minder gas of zit je al in een woning zonder gasaansluiting, dan profiteer je nog meer. In dat geval kan de energierekening tot wel negen procent dalen. Dat komt vooral doordat de gasbelasting voor jou geen rol speelt en je alleen te maken hebt met lagere elektriciteitsprijzen.

Voor elektriciteit verandert er namelijk iets anders dan voor gas. De belasting op stroom gaat juist omlaag. Daardoor wordt elektriciteit goedkoper per kilowattuur. De vaste kosten voor stroom stijgen wel, maar ook hier geldt dat het verbruik het zwaarst weegt. Hoe lager het variabele tarief, hoe lager je totale kosten. Dat maakt verduurzaming aantrekkelijker voor mensen die op termijn willen overstappen op elektrische alternatieven zoals een warmtepomp.
Wat deze daling betekent voor verschillende inkomensgroepen
ING heeft niet alleen gekeken naar de totale kosten, maar ook naar het aandeel van je inkomen dat naar energie gaat. Dat noemen zij de energiequote. Die energiequote geeft aan hoe zwaar je energierekening drukt op je besteedbare inkomen. In 2025 geeft een gemiddeld huishouden ongeveer 4,4 procent van het inkomen uit aan energie. In 2026 daalt dat naar ongeveer 4,1 procent. Dat lijkt een kleine stap, maar voor huishoudens die het krap hebben telt elke tiende procent.
Voor mensen met een lager inkomen kan de daling nog groter zijn. Zij wonen vaak kleiner en verbruiken daardoor minder energie. Toch betaalden zij tot nu toe een groter deel van hun inkomen aan gas en stroom. Dat kwam doordat de energiekosten relatief zwaar meetelden in hun budget. Door de dalende variabele tarieven wordt het verschil kleiner. Zij gaan dus relatief meer profiteren van deze daling dan mensen met een hoger inkomen.
Het is wel belangrijk om te weten dat dit niet voor iedereen geldt. Als je in 2026 meer gaat stoken of meer elektrische apparaten gaat gebruiken, stijgt je rekening alsnog. De daling is gebaseerd op een gemiddeld verbruik en verandert dus als je gedrag verandert. Toch verwacht ING dat de meeste huishoudens een positieve verandering zullen merken, vooral omdat de energiemarkt stabieler wordt en er meer zekerheid komt over de prijzen.

De invloed van de internationale energiemarkt
Een groot deel van de energiekosten wordt bepaald door factoren buiten Nederland. Gas en elektriciteit worden namelijk internationaal verhandeld. De uitbreiding van vloeibaar gas, ook bekend als lng, heeft invloed op de prijs. Vloeibaar gas wordt onder zeer lage temperatuur opgeslagen en vervolgens met grote schepen naar verschillende havens vervoerd. Daardoor zijn landen minder afhankelijk van pipelines en vaste energieleveranciers.
De uitbreiding van deze lng-infrastructuur zorgt voor meer aanbod en meer keuze. Producenten kunnen gas leveren aan verschillende regio’s en reageren sneller op schommelingen in de vraag. Dat maakt de markt flexibeler en stabieler. Die stabiliteit is goed voor consumenten, want schommelingen zorgen vaak voor onzekerheid en hogere prijzen. Daarnaast speelt verduurzaming een rol. Steeds meer landen investeren in wind, zon en andere duurzame bronnen. Hoe meer duurzame energie wordt opgewekt, hoe minder gas nodig is. Dat verlaagt opnieuw de druk op de energiemarkt.

Wat dit betekent voor jouw energiebudget in 2026
Voor veel mensen voelt deze ontwikkeling als een opluchting. De afgelopen jaren steeg de energierekening sterk. Veel huishoudens kregen onverwacht hoge kosten en moesten besparen op andere uitgaven. Nu lijkt de situatie stabieler. Dat geeft ruimte om plannen te maken en vooruit te kijken. Het betekent niet dat energie goedkoop wordt, maar wel dat de grootste schommelingen afnemen.
Met een daling van vier procent blijft het belangrijk om bewust om te gaan met energie. Kleine aanpassingen blijven een groot verschil maken. Denk aan zuiniger stoken, slim ventileren en kiezen voor energiezuinige apparaten. Voor huishoudens zonder gas wordt het nog aantrekkelijker om volledig elektrisch te leven. De lagere stroombelasting helpt daarbij.
Wie nu nadenkt over verduurzaming of energiebesparing, heeft in 2026 waarschijnlijk een nog lager energiegebruik. Daardoor blijft de energienota overzichtelijk en voorspelbaar. Voor lagere inkomens is dat een groot voordeel, omdat zij het meest gebaat zijn bij betaalbare basisvoorzieningen.
Bron: Metro
