Ruim anderhalf miljoen Nederlanders die hun pensioen opbouwen via een verzekeraar lopen mogelijk tegen grote problemen aan. Zij moeten namelijk, net als alle andere pensioenopbouwers, meeverhuizen naar het nieuwe pensioenstelsel. Maar als deze overstap niet op tijd geregeld is, kunnen de financiële gevolgen enorm zijn. De deadline ligt op 1 januari 2028. Wordt die datum niet gehaald, dan kan de Belastingdienst flinke aanslagen opleggen. Dat maakt deze overgang extra spannend, vooral voor mensen die al jarenlang pensioen opbouwen in een verzekerde regeling.

Ongeveer twintig procent van de Nederlanders bouwt pensioen op via een pensioenverzekering. Dat zijn vaak mensen die werken bij kleine en middelgrote bedrijven. In deze situaties sluit de werkgever een pensioencontract af bij een verzekeraar, in plaats van aan te sluiten bij een pensioenfonds. De andere tachtig procent van de werknemers zit wél bij een pensioenfonds. Voor die groep verloopt de overgang iets anders. Toch staat voor iedereen vast dat het nieuwe systeem eraan komt en dat de veranderingen ingrijpend zijn.
Hoe het nieuwe pensioen werkt
Het nieuwe pensioenstelsel werkt nog steeds met een premieregeling. Dat betekent dat je geld opzijzet via de premie die je werkgever voor je betaalt. Maar er is wel een groot verschil met hoe het vroeger ging. Nu gaat iedereen dezelfde premie inleggen, ongeacht leeftijd. In het oude systeem lag de premie hoger naarmate je ouder werd, maar dat verdwijnt.
Het geld dat je inlegt wordt belegd. Dat gebeurde eerder ook al, maar nu wordt de inleg in persoonlijke potjes verdeeld. Je pensioen is voortaan het totaal van alle premie plus het rendement dat door de jaren heen is opgebouwd. De hoogte van je uiteindelijke pensioen staat dus niet meer vast. Het hangt volledig af van het beleggingsresultaat.
Het nieuwe stelsel heeft wel een voordeel: je kunt precies zien hoeveel vermogen je hebt opgebouwd. Er is dus meer inzicht dan vroeger, maar de zekerheid van een vast pensioenbedrag bestaat niet langer.

Grote risico’s voor mensen met een pensioenverzekering
Volgens Fieke van der Lecq, die de pensioentransitie namens de overheid begeleidt, zijn veel werkgevers nog nauwelijks met de overgang bezig. Dat is een probleem, want als de overstap niet voor 2028 rond is, kan de Belastingdienst streng optreden. De premie die jarenlang voor het pensioen is gebruikt, wordt dan niet langer als pensioen gezien. In plaats daarvan ziet de Belastingdienst het als gewoon inkomen.
En inkomen moet je belasten. Dat betekent dat mensen mogelijk een grote aanslag krijgen over alle jaren waarin zij pensioenpremie hebben betaald. Daarbovenop komt rente, omdat de belasting eigenlijk jaren eerder al had moeten worden betaald. Mogelijk komt er zelfs vermogensbelasting bij, als het opgebouwde pensioenvermogen hoog is. Dat is een harde klap voor mensen die al lang werken en dachten dat hun pensioen veilig was.
Daarnaast bouw je ook geen pensioen meer op als de overstap niet op tijd gebeurt. Normaal betaal je pas belasting op het moment dat je het pensioen ontvangt. Tegen die tijd betaal je vaak minder belasting, omdat je inkomen dan lager is. Door de overstap te missen, verlies je dus belastingvoordelen waar het hele systeem juist op is gebouwd.
Ook voor werkgevers kan dit vervelend uitpakken. Zij kunnen namelijk boetes krijgen van de Belastingdienst als ze te laat overstappen. Dit maakt het extra belangrijk dat bedrijven op tijd actie ondernemen.

De overstap verloopt langzaam en moeizaam
Tot nu toe is slechts één op de vijf pensioencontracten overgezet. De verwachting is dat veel werkgevers wachten tot het laatste moment. Maar dat is riskant, zegt de branchevereniging van pensioenadviseurs. Adviseurs en verzekeraars kunnen een grote piek aan aanvragen waarschijnlijk niet aan. Hierdoor kunnen werkgevers alsnog te laat zijn, zelfs als ze het wel op tijd wilden regelen.
Daar komt bij dat veel adviseurs stoppen door de veranderingen die het nieuwe pensioenstelsel met zich meebrengt. Dat maakt het nog lastiger om tijdig over te stappen.
Problemen ook bij pensioenfondsen
Niet alleen verzekerde regelingen lopen achter. Ook pensioenfondsen hebben moeite met de overgang. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) vindt dat veel pensioenfondsen hun deelnemers nog niet goed genoeg informeren. Volgens de AFM is de uitleg over het nieuwe systeem niet altijd duidelijk of volledig.
Een belangrijk probleem is dat het verwachte pensioenbedrag in het nieuwe systeem variabel is, maar dat wordt niet altijd goed vermeld. Mensen krijgen daardoor een onvolledig beeld van wat ze later kunnen verwachten.

Daarnaast zijn er problemen voor gepensioneerden en zogeheten ‘slapers’—mensen die ooit pensioen opbouwden maar nu niet meer bij dat fonds actief zijn. Zij moeten worden geïnformeerd over compensatie voor het verdwijnen van de doorsneepremie. Maar juist deze groepen krijgen geen compensatie, terwijl ze soms wel meebetalen aan het nieuwe systeem. Dat zorgt voor frustratie en verwarring.
Een stelsel met voordelen, maar met valkuilen
Het nieuwe pensioenstelsel moet zorgen voor meer duidelijkheid en meer evenwicht tussen jong en oud. Toch blijkt dat de overgang ingewikkeld is en veel risico’s met zich meebrengt. Wie bij een pensioenverzekeraar zit, moet vooral alert blijven. De overstap is verplicht, de deadline staat vast en de gevolgen kunnen anders financieel zwaar zijn.
Werkgevers moeten dus snel in actie komen. En werknemers doen er goed aan om hun werkgever te vragen hoe het met hun regeling staat. Alleen op die manier kan worden voorkomen dat mensen straks onverwacht worden geconfronteerd met hoge belastingaanslagen of verloren pensioenopbouw.
Het nieuwe stelsel komt eraan, maar het vraagt nu vooral om opletten, meedenken en op tijd handelen. Hiermee voorkom je dat een grote verandering verandert in een persoonlijk financieel drama.
Bron: Metro
