Steeds meer mensen zijn op zoek naar natuurlijke en duurzame manieren om aan eten te komen. Naast de supermarkt ligt er buiten ook van alles klaar wat je kunt eten. Denk aan verse bramen, vlierbloesem voor limonade of brandnetels voor in de soep. Dat klinkt aantrekkelijk én avontuurlijk. Toch is het belangrijk om te weten dat plukken in de natuur niet zomaar mag. In veel gevallen loop je het risico op een boete. Maar hoe zit het precies met de regels? Radar sprak met Staatsbosbeheer om dat helder te krijgen.
Wat de wet zegt over plukken in de natuur
Volgens de Nederlandse wet mag je niet zomaar bloemen, planten of vruchten uit de natuur meenemen. Dat geldt voor bossen, parken, plantsoenen en zelfs voor de wegbermen. De Wet natuurbescherming verbiedt het plukken zonder toestemming van de eigenaar van het gebied. Ook als het om openbaar terrein gaat, heb je dus officieel toestemming nodig.
Daarnaast hebben veel gemeenten extra regels opgesteld via de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Die regels zijn vaak nog strenger dan je zou verwachten. In Utrecht bijvoorbeeld is het verboden om bomen, struiken of planten te beschadigen of delen ervan mee te nemen uit het openbare groen. In Arnhem geldt iets soortgelijks: je mag er zonder toestemming van de gemeente niets plukken in plantsoenen of parken.
Toch is het niet zo dat je meteen een boete krijgt als je een paar bramen plukt tijdens een wandeling. In de praktijk wordt er onderscheid gemaakt tussen wat kleine plukjes voor eigen gebruik zijn, en grotere hoeveelheden voor bijvoorbeeld verkoop.
Kleine hoeveelheden worden meestal toegestaan
Gelukkig zijn er uitzonderingen. Staatsbosbeheer werkt namelijk met een gedoogbeleid voor kleine hoeveelheden. Dat betekent dat je een beetje mag plukken voor eigen gebruik, zonder dat daar direct een boete op volgt. Denk hierbij aan ongeveer 250 gram, ofwel de inhoud van een klein bakje champignons.
Imke Boerma, woordvoerder van Staatsbosbeheer, legt uit: “Zolang je beperkt blijft tot kleine hoeveelheden en je plukt voor eigen gebruik, wordt het toegestaan. Maar houd wel in je achterhoofd dat alles wat jij meeneemt, niet meer beschikbaar is voor dieren of andere mensen.”
Daarom is het belangrijk dat je op een nette manier plukt. Laat de plant heel en trek niet alles uit de grond. Blijf op de paden waar dat gevraagd wordt, en laat de omgeving zo veel mogelijk met rust. Pluk alleen dingen die je goed herkent, zodat je zeker weet dat ze eetbaar én veilig zijn.
Grote hoeveelheden plukken is strafbaar
Het wordt anders als je grote hoeveelheden meeneemt. Dan is het niet meer voor eigen gebruik en dat is niet toegestaan. Boerma geeft een voorbeeld van iemand die met grote tassen vol eekhoorntjesbrood het bos verliet. Dat bleek een kok die de paddenstoelen wilde gebruiken in zijn restaurant. In dat geval treedt Staatsbosbeheer streng op. Wie commercieel plukt, kan een boete verwachten.
Volgens Boerma gaat het om het beschermen van de natuur. “Plukken op kleine schaal is geen probleem. Maar als mensen met dozen of zakken vol het bos verlaten, dan moeten we ingrijpen. Dat zorgt voor schade aan de natuur en verstoort de balans.”
Sommige planten zijn bovendien wettelijk beschermd. Denk aan zeldzame of inheemse soorten die niet geplukt mogen worden, ook niet per ongeluk. Word je daarmee betrapt, dan kan de boete flink oplopen. Het maakt niet uit of je wist dat het verboden was of niet. Onwetendheid beschermt je niet tegen een boete.
Niet alles wat groeit is veilig om te eten
Naast de regels is er nog iets belangrijks: veiligheid. Niet alles wat er eetbaar uitziet, is ook echt veilig om te eten. Vooral bij paddenstoelen moet je extreem voorzichtig zijn. Ieder jaar belanden er mensen in het ziekenhuis omdat ze per ongeluk giftige soorten hebben gegeten. Soms loopt dat zelfs dodelijk af.
Boerma geeft daarom een duidelijk advies: “Als je geen echte kennis hebt van paddenstoelen, pluk ze dan niet. Sommige giftige soorten lijken sterk op de eetbare varianten. Je moet echt ervaring hebben om ze goed uit elkaar te houden.”
Wil je toch wildplukken? Blijf dan bij bekende, veilige soorten. Denk aan bramen, vlierbloesem, brandnetels, rozenbottels, walnoten of hazelnoten. Ook kruiden als watermunt, hondsdraf en zevenblad kun je redelijk veilig herkennen en gebruiken. Twijfel je? Dan kun je het beter laten staan.
Ga op pad met een expert of leer het zelf
Ben je nieuwsgierig geworden naar wildplukken? Dan kun je het beste beginnen met een georganiseerde wandeling. Staatsbosbeheer en andere organisaties bieden regelmatig wildplukwandelingen aan onder begeleiding van een expert of boswachter. Zo leer je in de praktijk welke planten veilig zijn om te eten en waar je op moet letten.
Als je liever zelf op ontdekkingstocht gaat, bereid je dan goed voor. Lees boeken of volg een cursus over eetbare planten. En check van tevoren de regels in jouw gemeente of het gebied waar je gaat plukken. Op veel gemeentewebsites vind je de lokale APV met daarin alle regels over openbaar groen. Zo weet je precies wat wel en niet mag, en voorkom je verrassingen achteraf.
Wildplukken kan een leuke en leerzame manier zijn om dichter bij de natuur te komen. Maar doe het met respect voor de omgeving, de dieren én de regels. Dan kun je zorgeloos genieten van alles wat de natuur te bieden heeft.
Bron: Radar