Ik had nooit gedacht dat ik in deze situatie zou belanden. Je leert iemand kennen, jullie klikt, alles voelt goed… en dan, ineens, krijg je een bommetje op je bord waar je even niet van weet hoe je ermee om moet gaan.
Laat ik even vanaf het begin beginnen. Ik heb Mike een paar weken geleden leren kennen. Het was een van die dates die gewoon klopte. We hebben dezelfde humor, houden van dezelfde films en zelfs ons favoriete eten komt overeen. Het was bijna eng hoe goed we bij elkaar pasten. Maar wat écht eng is? Zijn huisdier.
Ik kwam er bij onze laatste date achter. We zaten samen in een café en hij vertelde enthousiast over zijn appartement, hoe hij het had ingericht en welke huisgenoot hij had. Eerst dacht ik aan een kat of een hond. Maar nee. Hij heeft een vogelspin. Een echte, levende, harige nachtmerrie in een glazen bak.
Mijn gezicht moet op dat moment al genoeg hebben gezegd, want hij vroeg lachend: “Je bent toch niet bang voor spinnen, hè?”
Bang? Bang is een understatement. Ik kan geen foto van een spin zien zonder dat het kippenvel over mijn hele lichaam trekt. Of sla scènes in films over als er ook maar iets met acht poten in beeld komt. Ik heb ooit mijn eigen slaapkamer een nacht niet ingedurfd omdat er een spin in de hoek zat. En nu… nu vind ik een jongen leuk die een spin als huisdier heeft.
Sinds dat moment zit ik in een enorme tweestrijd. Alles aan Mike is geweldig. Hij is lief, grappig, slim, en hij begrijpt me. Maar hoe kan ik ooit naar zijn appartement gaan als ik weet dat daar een monster in een bak zit? Wat als het een keer ontsnapt? Wat als hij het leuk vindt om hem uit de bak te halen en me ermee wil laten wennen? Alleen de gedachte maakt me al misselijk.
Ik heb nog niets gezegd. Ik ben er zelfs een beetje omheen aan het draaien. Maar ik weet dat ik het niet kan negeren. Op een dag zal hij me uitnodigen en dan moet ik kiezen: zet ik mijn angst opzij of zet ik hem opzij?
Kan ik over zoiets heenkomen? Of betekent dit dat wij – hoe perfect we ook lijken – gewoon niet kunnen werken?
Ik weet het niet. Maar wat ik wél weet, is dat ik een keuze moet maken. En dat ik eerlijk moet zijn. Alleen… hoe ga ik dit in hemelsnaam brengen?