Na een moeilijke tijd vond Rifka’s broer Joris weer geluk in zijn leven. Toch voelt Rifka zich niet helemaal welkom in het huis van Joris en zijn vriend Nico. Het heeft allemaal te maken met de lage temperatuur in huis en de spaarzame levensstijl van het stel.
Een nieuwe start voor Joris
Joris heeft een zware periode achter de rug. “Hij verloor zijn baan, moest zijn huurhuis uit en trok tijdelijk bij onze ouders in,” vertelt Rifka. “Maar nu gaat het eindelijk goed. Hij heeft zijn eigen bedrijfje gestart, werd verliefd op Nico en samen hebben ze een huis gekocht. Mijn man Oscar, onze kinderen en ik komen er regelmatig over de vloer. Toch voelt het niet echt alsof we welkom zijn.”
Bij Rifka thuis is het altijd lekker warm. “Wij houden het thuis op 21 graden, wat voor ons heel aangenaam is. Oscar is geboren in het Caribisch gebied en heeft het snel koud. Hij zou de verwarming liever nóg hoger zetten, maar dat is financieel niet haalbaar. Overdag blijft hij op 21 en ’s avonds schakelt hij terug naar 18 graden. Dat lijkt me heel normaal.”
Besparen tot het uiterste
Bij Joris en Nico ligt dat anders. Hun huis en de verbouwing hebben een flinke hap uit hun spaargeld genomen. “Ze moesten flink besparen om hun spaarrekening weer aan te vullen,” zegt Rifka. “Joris is inmiddels fanatiek bezig om zo min mogelijk geld uit te geven. Hij doet boodschappen bij meerdere supermarkten om afgeprijsde producten te scoren. Dat vind ik prima, maar het heeft ook invloed op hun gastvrijheid.”
Waar vroeger lekkere hapjes en goede wijn werden geserveerd, zijn die nu ingeruild voor goedkope alternatieven. “Geen kaasjes van de kaasboer meer, maar droge kaasstengels. En in plaats van een goede fles wijn, goedkope supermarktwijntjes. Dat kan ik nog wel accepteren. Maar het ergste is de temperatuur in huis.”
Joris en Nico houden de verwarming standaard laag, vaak niet warmer dan 17 of 18 graden. “Het is zo koud dat ik zit te rillen op de bank. Oscar heeft het nog kouder. Als we vragen of de verwarming wat hoger mag, zegt Joris altijd nee. Hij vindt het te duur en zegt dat een koudere temperatuur beter is voor het milieu.”
Wat nu?
Voor Rifka voelt het niet goed dat haar broer zo met zijn gasten omgaat. “Bij ons doe ik altijd mijn best om alles gezellig te maken. Ik zorg voor lekker eten en drinken en een warme sfeer. Maar bij Joris en Nico voel ik me niet welkom. Het gaat niet alleen om die koude kaasstengels of goedkope wijn. Het is de kou die het moeilijk maakt.”
Nu het kouder wordt, gaat Rifka liever minder vaak naar Joris en Nico. “Ik stel steeds voor om bij ons af te spreken, maar Joris wil graag dat we bij hem komen. Hij is trots op zijn nieuwe huis. Wat kan ik doen?”
Heeft Rifka gelijk dat ze zich minder welkom voelt, of is dit een kwestie van geven en nemen?
Bron: Damespraatjes