Als moeder wil je je kinderen het allerbeste geven. Je voedt ze op met liefde, normen en waarden. Maar wat als je kind groeit, en je steeds meer dingen ziet die je niet kunt plaatsen? Dingen die je niet wilt zien, maar die steeds vaker opduiken? Dat is precies waar ik mee worstel als ik aan mijn zoon Joost denk. Hij is 17, en ik ben bang. Bang dat hij een psychopaat is.
Het begon al toen hij klein was. Joost leek anders dan andere kinderen. Hij huilde zelden en leek nooit echt te hechten aan mensen. Ik dacht toen nog dat hij gewoon een zelfstandig kind was. Maar naarmate hij ouder werd, begon ik me zorgen te maken. Hij leek geen schuld of spijt te voelen, zelfs niet als hij iets heel vervelends had gedaan. Toen hij 12 was, sloop hij bijvoorbeeld een keer onze kat op, lokte haar met eten en trok vervolgens hard aan haar staart, tot ze krijsend wegrende. Toen ik hem ermee confronteerde, lachte hij alleen maar.
Nu, als tiener, lijken de symptomen steeds erger te worden. Hij is ontzettend charmant als hij dat wil, vooral naar mensen buiten ons gezin. Leraren en vrienden vinden hem een aardige jongen. Maar thuis is hij kil, manipulatief en onvoorspelbaar. Hij kan in een seconde van kalm naar boos omslaan, zonder duidelijke reden. Hij liegt constant en doet dat met een gemak dat me beangstigt. Laatst vertelde hij me dat hij spijbelde omdat hij “de leraar niet serieus kon nemen”. Toen ik vroeg waarom, antwoordde hij met een grijns: “Omdat ik het leuk vond om hem te irriteren.”
Ik heb geprobeerd om met Joost te praten. Ik heb hem voorgesteld om met een therapeut te praten. Maar hij weigert. De keren dat hij wel ging, zat hij stil, starend naar de muur. Toen ik na een sessie vroeg wat hij ervan vond, haalde hij zijn schouders op: “Zij is net zo dom als jij.” Het voelt alsof ik hem niet bereik, alsof er een muur tussen ons staat die ik niet kan afbreken.
Ik heb veel gelezen over psychopathie, en sommige kenmerken passen zo goed bij Joost dat het me soms de adem beneemt. Een gebrek aan empathie, oppervlakkige charme, impulsiviteit, een neiging tot liegen. Maar ik weet ook dat niet iedere psychopaat een crimineel wordt. Dat is mijn hoop, maar ook mijn angst. Kan ik hem nog helpen? Of is het al te laat?
Ik schrijf dit niet alleen om mijn verhaal te delen, maar ook om advies te vragen. Wat moet ik doen? Hoe bereik ik hem? En hoe kan ik tegelijkertijd mezelf beschermen tegen de koude blik van mijn eigen zoon?