Ik begon met cadeautjes kopen voor mijn kleinkinderen toen ze nog klein waren, vol verwachting en verwondering over elk pakje dat ze kregen. Maar naarmate de jaren verstreken, veranderde er iets. Het gevoel van dankbaarheid leek steeds minder aanwezig.
De blikken van opwinding maakten plaats voor bijna onverschillige gezichten. Ik kreeg niet meer die warme glimlach of die uitbundige knuffel als dank. Het voelde alsof het geven van cadeaus een routine was geworden, iets wat van me verwacht werd, zonder echte waarde.
De laatste paar jaren merkte ik dat de cadeaus nauwelijks werden bekeken, laat staan gekoesterd. Ik deed mijn best om iets te vinden dat hen echt blij zou maken, maar hoe hard ik ook mijn best deed, het leek nooit goed genoeg. Hun kamers staan vol met spullen die ik hen door de jaren heen heb gegeven, vaak onaangeroerd, soms zelfs nog in de originele verpakking. Een pijnlijke aanblik, want voor mij hadden die cadeaus een waarde die verder ging dan het geld dat ik ervoor betaalde.
Mijn kleinzoon vroeg me eens waarom ik altijd “ouderwetse” dingen gaf. Hij zei dat hij liever geld kreeg om zelf iets te kopen. Dat kwam hard aan, maar ergens begreep ik het ook wel. De tijd verandert, net als de wensen van kinderen. Toch deed het pijn om te horen dat mijn cadeaus – met zorg uitgezocht – als ouderwets werden bestempeld. Alsof mijn manier van geven niet meer van deze tijd was.
Op een dag besloot ik het gewoon te laten. Geen cadeaus meer, geen wekenlang zoeken naar dat ene perfecte ding dat hen misschien wel zou bevallen. Ik dacht dat ze het wel zouden merken en dat er misschien vragen zouden komen, maar er kwam niets. Geen enkel kleinkind vroeg waarom er geen pakje was dit keer. Het leek ze niet eens op te vallen, en dat brak mijn hart een beetje. Het gaf me het gevoel dat ik niet gemist werd.
Mijn dochter sprak me erop aan. Ze zei dat de kinderen verbaasd waren geweest, maar ze hadden haar niets gevraagd. Misschien hadden ze het gewoon geaccepteerd als iets dat bij opa hoorde. Toch bleef het knagen. Ik vertelde haar hoe ik me voelde, dat ik het idee had dat mijn cadeaus hen niet interesseerden. Ze knikte begrijpend en zei dat kinderen tegenwoordig zoveel hebben. Ze groeien op in een overvloed aan spullen, en misschien weten ze niet beter dan dat alles vervangbaar is.
Het voelde bevrijdend om geen cadeaus meer te geven. Het leek een manier om mezelf te beschermen tegen die teleurstelling en het gevoel dat ik er niet toe deed in hun wereld van spullen en gadgets. Toch mis ik het soms. Het moment van geven, die kleine hoop dat ze het misschien toch zouden waarderen. Maar de tijd heeft me geleerd dat cadeaus alleen waarde hebben als de ontvanger ze echt wil.
Ik besloot mijn aandacht op iets anders te richten. In plaats van materiële cadeaus, besloot ik mijn kleinkinderen iets te geven wat veel waardevoller was: mijn tijd en aandacht. We gingen wandelen, ik vertelde verhalen uit mijn jeugd en luisterde naar hun dromen en angsten. Het was een ervaring die niets met spullen te maken had en alles met verbinding.
De kinderen lijken dit soort momenten te waarderen. Er is iets bijzonders aan het samen tijd doorbrengen zonder afleiding van schermen of verwachtingen van geschenken. Ik merk dat ze zich meer openen en dat er een oprechte band ontstaat, los van de spullen die hen omringen. Het is alsof ik eindelijk iets geef dat van echte waarde is, iets dat ze hopelijk altijd bij zich dragen.
Natuurlijk zijn er momenten dat ik twijfel, vooral als ik andere opa’s en oma’s zie met grote cadeaus. Soms lijkt het alsof ik iets mis, alsof ik ze iets ontneem. Maar diep vanbinnen weet ik dat dit de juiste keuze is, voor hen en voor mezelf. Ik geef hen geen spullen, maar herinneringen en momenten. En dat is iets wat niet in een doos past.
Voor mij voelt het als een overwinning op een wereld die draait om steeds meer en steeds duurder. Ik geef hen een stukje van mezelf, iets wat geld niet kan kopen. Misschien zullen ze later terugdenken aan de momenten samen, de gesprekken, de verhalen. Dat is de erfenis die ik hen wil nalaten. Geen spullen, maar een stukje van mijn hart.