Amina, een 22-jarige Marokkaanse vrouw met een vriendelijke glimlach en een donkerblauwe hoofddoek, werkte nu al een jaar als caissière in de supermarkt van een klein dorpje in Overijssel. Het was een rustige plek, waar de meeste mensen elkaar kenden en groetten op straat. Maar in de supermarkt was het anders, althans, voor Amina.
Elke dag begon Amina haar dienst met een lach. Ze was opgegroeid met de waarden van gastvrijheid en vriendelijkheid, en ze geloofde dat een simpele glimlach de wereld voor iemand mooier kon maken.
Toch viel haar steeds vaker iets op. Terwijl haar klanten hun boodschappen op de band legden, vermeden velen oogcontact en begroetten haar niet. Ze keken langs haar heen of mompelden snel iets, maar het bleef vaak stil.
Haar collega, Lisa, een 23-jarige blonde vrouw met een energieke uitstraling, werkte vaak naast haar aan de andere kassa. Lisa leek geen moeite te hebben met de klanten. De meeste mensen begroetten haar vrolijk, maakten een praatje over het weer of over het lokale voetbalteam. Ze lachten om haar grapjes en leken haar aanwezigheid oprecht te waarderen.
Amina vond het vreemd. In het begin probeerde ze het te negeren, maar het verschil werd te groot om over het hoofd te zien. “Waarom begroeten ze Lisa wel, maar mij niet?” vroeg ze zich af.
Ze droeg haar hoofddoek met trots en had nooit gedacht dat dit een probleem zou kunnen zijn. Misschien zagen de dorpsbewoners haar anders, dacht ze, vanwege haar hoofddoek of haar Marokkaanse achtergrond. Maar dan weer, was het wel echt zo simpel?
Op een rustige vrijdagmiddag, toen de rij voor de kassa kort was, zag Amina een vrouw van middelbare leeftijd haar kant op lopen. De vrouw had haar al eerder genegeerd, maar deze keer groette Amina haar toch weer met een vriendelijke “Goedemiddag”.
De vrouw keek haar kort aan, knikte snel en keek toen weg. Niet veel later liep dezelfde vrouw door naar Lisa’s kassa, waar ze met een glimlach “Hoi Lisa!” zei en begon te praten over het weekend.
Amina voelde een knoop in haar maag. Dit was geen toeval meer. Het gebeurde te vaak en het verschil was te duidelijk. Maar wat kon ze doen? Ze wilde geen conclusies trekken zonder het zeker te weten, dus besloot ze het aan Lisa te vragen.
Tijdens hun pauze die middag, terwijl ze samen aan een tafeltje in de kantine zaten, haalde Amina voorzichtig het onderwerp aan. “Lisa, heb je ook gemerkt dat sommige klanten mij niet begroeten? Ze zeggen wel vaak iets tegen jou, maar bij mij blijven ze stil.”
Lisa keek verbaasd op en dacht even na. “Nu je het zegt, ik heb daar nooit echt op gelet,” antwoordde ze eerlijk. “Maar misschien ligt het niet aan jou, Amina. Soms zijn mensen gewoon stil, of misschien vinden ze het lastig om… eh, een gesprek te beginnen.”
Amina glimlachte zwakjes. “Misschien,” zei ze zachtjes, al voelde ze dat er meer speelde.
Later die dag, toen Amina klaar was met haar dienst en de laatste klant had geholpen, kwam de filiaalmanager, meneer Jansen, langs. Hij was een vriendelijke man in de vijftig en kende Amina goed. “Gaat alles goed, Amina?” vroeg hij terwijl hij een stapel papieren sorteerde.
Amina aarzelde even, maar besloot toen toch haar gedachten te delen. “Meneer Jansen, het valt me op dat sommige klanten mij niet begroeten, terwijl ze dat bij Lisa wel doen. Ik vraag me af of dat misschien met mijn hoofddoek te maken heeft.”
De manager keek haar serieus aan. “Amina, ik weet dat het lastig kan zijn in een klein dorpje zoals dit. Mensen zijn soms gewend aan wat ze kennen en vinden het moeilijk om met verandering om te gaan. Maar ik wil je verzekeren dat wij jou hier waarderen om wie je bent. Wat anderen doen, zegt meer over hen dan over jou.”
Amina knikte en voelde zich een beetje opgelucht door zijn woorden, al wist ze dat dit het probleem niet volledig oploste. Ze besloot dat ze zich niet zou laten ontmoedigen. Niet iedereen zou haar accepteren zoals ze was, maar dat betekende niet dat ze moest veranderen.
De volgende dag begroette ze opnieuw elke klant met haar vriendelijke glimlach, vastberaden om zichzelf te blijven. Want hoewel het misschien een kwestie van acceptatie was, wist Amina dat haar waarde niet afhing van de begroetingen die ze wel of niet kreeg.
En ergens, hoopte ze dat met de tijd ook de klanten haar zouden zien voor wie ze werkelijk was – een jonge, toegewijde vrouw, net zoals Lisa.