Als je gemiddeld 150 uur van je leven wachtend voor een rood stoplicht doorbrengt, vraag je je misschien af: moet de auto in de eerste versnelling blijven of kan hij in neutraal? Hier lees je wat het beste is afhankelijk van de situatie.
De situatie bepaalt de versnelling
De keuze tussen neutraal of de eerste versnelling hangt af van je positie bij het stoplicht. Als je direct klaar wilt zijn om weg te rijden zodra het licht op groen springt, is het handig om de auto in de eerste versnelling te houden. Dit is vooral logisch als je vooraan staat; je wilt dan snel kunnen starten zonder vertraging te veroorzaken.
Echter, als je niet direct aan de beurt bent om te rijden, bijvoorbeeld als er meerdere auto’s voor je staan, kun je de auto gerust in neutraal zetten. Dit geeft je wat rust omdat je niet constant de koppeling ingedrukt hoeft te houden.
Slijtage aan de auto
Er bestaat een misvatting dat het houden van de auto in de eerste versnelling bij een stoplicht leidt tot meer slijtage. Dit is echter een kleine zorg. Slijtage aan de koppelingsplaat begint vooral als de auto in beweging komt vanuit stilstand. Andere onderdelen zoals het druklager en de drukgroep ondervinden wel enige slijtage, maar dit is minimaal en niet iets om je zorgen over te maken.
Starten in de tweede versnelling
Sommige bestuurders kiezen ervoor om vanuit de tweede versnelling te starten. Dit kan in moderne auto’s die al bij een laag toerental genoeg trekkracht hebben. Als je auto echter moeite heeft met deze manier van starten, kan het schadelijk zijn voor de motor. In dat geval is het beter om gewoon in de eerste versnelling te starten.
Door de juiste versnelling te kiezen afhankelijk van je situatie en de capaciteit van je auto, kun je efficiënt deelnemen aan het verkeer zonder onnodige slijtage aan je auto.
Bron: Radar
