De overheid wil de regels rondom de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) veranderen. In de uitzending van Radar op maandag 26 mei werd besproken dat het kabinet plannen heeft om de eigen bijdrage inkomensafhankelijk te maken. Dat betekent dat mensen met een hoger inkomen straks meer gaan betalen voor hulp die zij via de Wmo krijgen. Radar legt in dit artikel uit wat dat concreet kan betekenen voor jouw portemonnee.
Op dit moment is het nog simpel: iedereen die gebruikmaakt van de Wmo betaalt een vast bedrag van 21 euro per maand. Dat geldt voor allerlei vormen van ondersteuning, zoals hulp in het huishouden. Maar als het aan het kabinet ligt, komt daar snel verandering in. De eigen bijdrage wordt dan afgestemd op hoeveel je verdient. Volgens berekeningen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) kan die bijdrage in 2027 oplopen tot maar liefst 328 euro per maand.
Wat verandert er precies?
De nieuwe plannen betekenen dat lage inkomens iets minder gaan betalen dan nu, en hogere inkomens juist veel meer. Mensen die tot 135 procent van het sociaal minimum verdienen, betalen straks rond de 23 euro per maand. Dat is dus vergelijkbaar met het bedrag van nu. Maar zodra je inkomen boven de grens komt, gaat het hard omhoog. Voor elke 100 euro extra inkomen stijgt je bijdrage met 10 euro.
Het Nibud heeft doorgerekend wat dat concreet betekent in de praktijk. Er is ook gekeken naar verschillende situaties, zoals stellen en alleenstaanden met een uitkering of baan. De bedragen die daaruit komen, verschillen flink. Zo kun je precies zien hoe hoog jouw maandelijkse bijdrage wordt als het nieuwe plan doorgaat.
Voorbeelden uit de praktijk
Neem bijvoorbeeld een stel dat samenwoont en waarvan slechts één partner werkt. Samen hebben ze een jaarinkomen van meer dan 71.000 euro. Zij betalen nu nog 20 euro per maand aan de Wmo. Maar als het kabinet zijn zin krijgt, gaat dat bedrag stijgen naar het maximum van 328 euro per maand. Dat is een enorme stijging, die voor veel huishoudens flink voelbaar zal zijn.
Ook een alleenstaande met een arbeidsongeschiktheidsuitkering merkt het verschil. In 2023 had deze persoon een inkomen van ongeveer 53.000 euro per jaar. Nu betaalt hij 20 euro per maand voor de Wmo. Maar straks moet hij 263 euro gaan betalen. Een groot verschil voor iemand die afhankelijk is van een uitkering.
Deze veranderingen zijn vooral bedoeld om te zorgen dat mensen met hogere inkomens meer bijdragen aan hun eigen hulp. Maar voor veel mensen voelt het als een flinke financiële klap. Vooral omdat het om vaste maandelijkse kosten gaat, die moeilijk te vermijden zijn.
Waarom wil het kabinet dit veranderen?
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het ondersteunen van mensen met een beperking of handicap. De bedoeling is dat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen. Denk bijvoorbeeld aan hulp bij schoonmaken, vervoer of dagbesteding. Wie deze hulp nodig heeft, kan dat aanvragen via de Wmo. De gemeente bepaalt dan of je het krijgt, en tot nu toe betaal je daar een vast bedrag voor.
Maar het huidige systeem heeft volgens de overheid ook nadelen. Er ontstond een ongewenst effect: sommige mensen zegden hun eigen betaalde hulp op, om vervolgens via de Wmo goedkopere hulp in te schakelen. Omdat de Wmo maar 21 euro per maand kost, is dat voor veel mensen aantrekkelijk. Daardoor is het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp flink gestegen.
Die groei heeft grote gevolgen voor de gemeentelijke begroting. In 2017 gaf de overheid nog 938 miljoen euro uit aan huishoudelijke hulp via de Wmo. In 2021 was dat bedrag al gestegen naar 1,4 miljard euro. Dat is een stijging van ruim 400 miljoen euro in vier jaar tijd. Volgens berekeningen komt bijna 94 procent van die kostenstijging door de groeiende vraag naar hulp in het huishouden.
Wat betekent dit voor jou?
Als je gebruikmaakt van de Wmo, dan is de kans groot dat je straks meer moet betalen. Vooral mensen met een midden- of hoger inkomen merken dat het vaste bedrag verdwijnt. In plaats daarvan komt een bijdrage die afhankelijk is van wat je verdient. Dat kan eerlijker lijken, maar het zorgt ook voor onzekerheid. Zeker als je nu net rondkomt en ineens honderden euro’s extra moet betalen.
Mensen met een laag inkomen hoeven zich voorlopig geen zorgen te maken. Voor hen blijft de bijdrage ongeveer gelijk of wordt zelfs iets lager. Maar mensen met een modaal of hoger inkomen moeten zich voorbereiden op hogere kosten. Het loont dus om op tijd te kijken hoe jouw financiële situatie eruitziet en wat dit plan voor jou betekent.
Het is nog niet definitief of het kabinet deze plannen gaat doorvoeren. Maar als het voorstel wordt aangenomen, dan gaan de veranderingen in vanaf 2027. Tot die tijd blijft de bijdrage waarschijnlijk 21 euro per maand. Toch is het goed om nu al bewust te zijn van wat er kan veranderen. Zo kom je straks niet voor verrassingen te staan.
Bron: Radar