Sayner beschreef Perret als een geweldige huisbaas. Als er iets kapot was of gerepareerd moest worden, stuurde Perret meteen mensen. Hij neemt ook de tijd om zijn huurders te leren kennen, vooral Sayner.
Sayner zei dat ze nooit huur heeft gemist gedurende de hele tijd dat ze huurde. Hij zorgde ervoor dat hij eens per maand bij zijn woningen langsging om de huur persoonlijk te innen. Dit is waar Perrett en Sayner met elkaar in contact kwamen. De twee praatten vaak een uur of zo, over hun gezinnen, zijn carrière als chemicus, en alles wat er onder de zon was.
Ze vertelde dat Perrett haar inspanningen om voor het huis te zorgen waardeerde. Twee jaar voor zijn dood nam hun contact sterk af. Perrett verbleef in een zorginstelling die sterk geïsoleerd raakte toen de pandemie toesloeg. Op een dag kreeg Sayner een telefoontje van hem… Wat hij Jane vroeg? Je leest het op de volgende pagina.