Stel je voor: je loopt door een prachtig bloemenveld, de zon schijnt, vogels fluiten, en plotseling, bij het zien van een lotusbloemzaad of een stuk koraal, voel je een plotselinge rilling over je rug lopen. Of misschien scroll je door je Instagram-feed en stuit je op een foto van een honingraat of een bubbelende chocoladereep en voel je een onverklaarbare walging of angst. Dit is niet zomaar een afkeer; dit kan een teken zijn van trypofobie.
Trypofobie, hoewel niet officieel erkend als een klinische aandoening, is een term die gebruikt wordt om een intense, irrationele angst of afkeer voor patronen van kleine gaatjes of bultjes te beschrijven. Het is een fenomeen dat in de afgelopen jaren steeds meer aandacht heeft gekregen, niet alleen in Nederland maar over de hele wereld. Deze ‘angst voor gaten’ manifesteert zich op verschillende manieren en kan variëren van een lichte ongemakkelijkheid tot ernstige psychologische reacties.
Het fascinerende aan trypofobie is dat het niet gaat om angst voor de gaatjes zelf, maar om de patronen en clusters die deze vormen. Deze patronen kunnen overal voorkomen: in natuurlijke objecten zoals planten en dieren, maar ook in alledaagse voorwerpen en zelfs in digitale afbeeldingen. Het zichtbare patroon van kleine gaatjes of bultjes roept bij sommige mensen een diepe walging of angst op, wat suggereert dat trypofobie meer is dan alleen een esthetische voorkeur.
Maar wat veroorzaakt trypofobie? Wetenschappers denken dat het te maken heeft met een evolutionaire reactie. Deze clusters van gaatjes worden onderbewust geassocieerd met gevaar, zoals huidziekten, giftige dieren of andere bedreigingen. Een studie gepubliceerd in het tijdschrift “Psychological Science” suggereert dat het patroon van gaatjes een visuele trigger kan zijn die instinctief een gevoel van gevaar oproept.
Lees op de volgende pagina hoe je omgaat met deze angst.