De bekende keten Dunkin’ Donuts, dat vooral bekend is voor zijn zoetigheden en koffie, is failliet verklaard. Het bedrijf heeft zelf om faillissement gevraagd. De rechtbank in Amsterdam heeft vervolgens een curator aangesteld. Deze curator zal onderzoeken wat de beste manier is om verder te gaan met het bedrijf.
Winkels blijven voorlopig open
Dunkin’ Donuts heeft momenteel ongeveer 50 winkels verspreid door Nederland. Derk van Geel, de curator die door de rechtbank is aangewezen, heeft laten weten dat de winkels voorlopig open zullen blijven.
Het personeel is inmiddels kort geïnformeerd over de situatie. “Ik denk dat de medewerkers nog veel vragen zullen hebben”, aldus Van Geel. Hoeveel mensen er precies bij Dunkin’ Donuts werken, is nog niet duidelijk.
Op dinsdagmiddag was het nog mogelijk om via de website bestellingen te plaatsen. Of deze ook daadwerkelijk geleverd worden, kan de curator niet beloven. Hij zal de komende dagen met het management van Dunkin’ Donuts om de tafel gaan zitten om te bespreken hoe het nu verder moet.
Achtergrond van het faillissement
Dunkin’ Donuts is oorspronkelijk een merk dat in handen is van het Amerikaanse Inspire Brands. Vorig jaar nam de Van der Valk-familie een groot deel van het bedrijf over. Het plan was om het aantal vestigingen in Nederland uit te breiden naar 130 winkels.
In plaats van groeien, is er echter een krimp geweest. Waar er eerder nog 70 winkels waren, zijn er nu nog maar zo’n 50 over.
Van der Valk Internationaal, een onderdeel van het grotere Van der Valk-concern, was vooral geïnteresseerd in Dunkin’ Donuts vanwege de populariteit onder jongeren. “Zij zijn de hotelgasten van de toekomst”, zei Kirsten Hulscher, commercieel directeur, toen de overname werd aangekondigd.
Hoewel de toekomst van Dunkin’ Donuts Nederland onzeker is, blijft het bedrijf voorlopig operationeel. Met de aanstelling van een curator hoopt men een oplossing te vinden voor de huidige problemen. Voorlopig blijven de winkels open, maar het is nog onduidelijk hoe de situatie zich zal ontwikkelen.
Bron: De Telegraaf