In mei krijgen veel Nederlanders hun vakantiegeld uitbetaald. Maar hoeveel kun je eigenlijk verwachten als je een modaal inkomen hebt? Tijd om daar eens goed naar te kijken.
Als je werkt in loondienst, heb je recht op vakantiegeld. Dit is minimaal 8 procent van je brutojaarsalaris van het afgelopen jaar. Dat percentage is hetzelfde als vorig jaar. De precieze afspraken over vakantiegeld staan altijd in je cao of arbeidsovereenkomst.
Wat is een modaal inkomen eigenlijk?
Een modaal inkomen is het salaris dat veel mensen in een land ongeveer verdienen. Elk jaar stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dit bedrag vast.
Dit cijfer geeft een beeld van hoe het financieel met mensen gaat. Voor 2025 heeft het CBS het modale inkomen vastgesteld op € 46.500 per jaar. Dat betekent dat je bij dit salaris ongeveer € 3.720 vakantiegeld ontvangt in 2025.
Hoe bereken je zelf je vakantiegeld?
Je kunt makkelijk zelf berekenen hoeveel vakantiegeld je krijgt. Het vakantiegeld is 8 procent van je brutojaarsalaris van mei tot mei. Meestal krijg je het in mei of juni op je rekening. Op je loonstrook kun je precies zien hoeveel het is.
Stel je verdient € 2.000 bruto per maand, dan bouw je elke maand € 160 vakantiegeld op. Over twaalf maanden is dat € 1.920. Hier moet je nog belasting over betalen. Met loonheffingskorting houd je ongeveer € 1.250 over. Zonder korting blijft er zo’n € 1.200 netto over. Extra’s zoals een dertiende maand of winstuitkering tellen niet mee voor vakantiegeld. Overuren tellen wél mee.
Had je een wisselend salaris, bijvoorbeeld door ziekte of minder werken? Dan kan het vakantiegeld lager uitvallen. Als je ziek bent maar wel je gewone loon krijgt, bouw je normaal vakantiegeld op. Als je loon lager is door ziekte of verlof, krijg je vakantiegeld over dat lagere bedrag. Staat in je cao dat je geen vakantiegeld krijgt? Dan moet je werkgever je minstens 108 procent van het minimumloon betalen.
Waarom de belasting zoveel verschil maakt
Sommige mensen krijgen meer vakantiegeld dan anderen. Dat komt onder andere door de loonbelasting en de kortingen daarop. Er zijn twee belangrijke kortingen: de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Hoeveel korting je krijgt, hangt af van je persoonlijke situatie en inkomen. Als je bijvoorbeeld een Wajong- of AOW-uitkering hebt, kan dit ook invloed hebben.
Hogere inkomens betalen meer belasting over hun vakantiegeld. In 2025 betaal je bij een modaal inkomen 37,48 procent belasting over je vakantiegeld. Verdien je minder dan € 38.441? Dan betaal je 35,82 procent belasting. Verdien je meer dan € 76.817?
Dan wordt het tarief 49,5 procent. Het bedrag dat je uiteindelijk op je rekening krijgt, is netto. Je werkgever heeft de belasting dan al ingehouden. Toch is het slim om je vakantiegeld zelf nog even te controleren. Dat kun je doen via organisaties zoals het Nibud of door de Belastingtelefoon te bellen.
Waarom vakantiegeld soms ingewikkeld lijkt
Veel mensen vinden het lastig om precies te snappen hoe vakantiegeld wordt berekend. Dat is heel begrijpelijk. Volgens expert Dik van Leeuwerden kan het systeem veel duidelijker worden gemaakt. Hij vindt dat de overheid hier iets aan zou moeten doen. Het is belangrijk dat mensen eenvoudig kunnen zien hoe ze van bruto naar netto vakantiegeld komen.
Loonheffingskorting speelt hierin ook een belangrijke rol. Afhankelijk van hoeveel je verdient, val je in een bepaalde schaal voor loonheffing. Deze schaal zorgt ervoor dat je niet achteraf veel belasting moet terugbetalen. Als je tussen € 13.144 en € 24.342 verdient, heb je een ander percentage dan iemand die € 32.400 verdient. Hierdoor kan het zijn dat je minder vakantiegeld overhoudt dan je in eerste instantie denkt.
Bron: Margriet
